Erfvogelproject
Erven op het platteland zijn vaak rijk aan vogels. Bekende soorten zijn de boerenzwaluw, de huiszwaluw, de ringmus, de grauwe vliegenvanger, de steenuil en de kerkuil. Veel van deze soorten zijn echte cultuurvolgers geworden en vinden we bijna alleen op erven. Door modernisering en nieuwbouw worden veel erven echter minder geschikt voor deze soorten.
Bewoners willen hier best wat aan doen, maar weten vaak niet goed hoe, en sommigen kunnen het niet zelf. De NVWK startte daarom eind 2014 met een tweejarig project “NVWK geeft erven vleugels”. Met financiële steun van de provincie en advies van de Groene Motor maakten we een erfvogelcursus, adviseerden we erfeigenaren over erfinrichting en beplanting voor vogels en maakten we jaarlijks meer dan honderd nestkasten in wel tien typen. Na twee jaar eindigde het project, maar heeft de NVWK het nog enige tijd als reguliere activiteit uitgevoerd. Inmiddels zijn de leden van het erfvogelproject niet meer actief. Op
In de Krimpenerwaard; hoe werkte het?
-Erfeigenaren kregen op verzoek advies op maat over het vogelvriendelijker inrichten van je eigen erf door middel van een zogenoemde erfscan. We liepen met de erfeigenaren over hun erf. Aan de hand van een vast formulier noteerden we de kenmerken en deden we gelijk suggesties voor verbetering. Het bezoek duurde doorgaans een uur en de erfeigenaren ontvingen binnen twee weken een verslag.
– We gaven een erfvogelcursus, bestaande uit twee avonden met presentaties, en een excursie waarin we een aantal erven bezochten. Daarin leerden de erfeigenaren welke vogelsoorten op erven voorkomen, welke eisen ze stellen en uiteraard, hoe je het vogels naar de zin kunt maken op een erf. Het gaat om praktische maatregelen zoals het planten van knot- en fruitbomen, het aanleggen van takkenrillen, houtstapels, het creëren van ruige overhoekjes en bloemrijk grasland en het plaatsen van nestkasten. Deelnemers leerden welke planten geschikt zijn om in te schuilen, te broeden of als voedselbron.
Ook buiten de Krimpenerwaard
Met de kennis en ervaring die we hebben opgedaan in de Krimpenerwaard probeerden we elders in Zuid-Holland soortgelijke initiatieven van d grond te krijgen, met wisselend succes. Veel hangt af van individueel initiatief en er is zowel kennis van vogels als van beplanting, plantensoorten, erfinrichting en broedgelegenheid (bv. nestkasten) nodig. Dus doorgaans heb je twee of drie mensen nodig om zo’n project te draaien. In de Krimpenerwaard waren we met zijn drieën. We schreven artikelen, gaven lezingen en presentaties en onderhielden een Facebook pagina. Die is er nog steeds maar houden we sinds 2018 niet meer bij.
Er staat ook veel informatie op deze site
Deze informatie is voor het grootste deel ook bruikbaar voor mensen met een (kleine) tuin.
– lijsten met plantensoorten die vogels voedsel, nestgelegenheid ofschuilgelegenheid bieden. De lijsten bevatten ook veel praktische informatie: sierwaarde, toe te passen beplantingsvormen, bloeitijd, eventuele nadelen, etc. De A-lijst bevat de beste soorten, de B-lijst bevat soorten die wat minder waardevol zijn, maar extra sierwaarde hebben.
– cursusmateriaal over erfinrichting, met links naar praktische filmpjes.
– oefenmateriaal om vogels te leren herkennen aan het uiterlijk: 1) een pdf met afbeeldingen zonder de naam van de vogel, 2) een pdf met dezelfde afbeeldingen met de naam, en 3) een beschrijving van de drie meest karakteristieke uiterlijke kenmerken van elke soort.
– cursusmateriaal om vogels te leren tellen en de gegevens in te voeren via tuintelling.nl.
De cursusbeschrijving van destijds was als volgt
– Introductie erfvogels, herkenning. Dit was geen cursus vogelherkenning, maar alleen bedoeld om te laten zien welke soorten vogels op de erven voorkomen en wat voor soort eisen ze stellen. Zo zijn er bijvoorbeeld soorten met een hoge zangpost, zoals de zanglijster. Hoge bomen zijn daarvoor een vereiste.
– Erfinrichting en beheer. Dit besloeg driekwart van beide avonden. We behandelden erfelementen (open schuren, takkenrillen, etc.) en beplanting (geschikte beplantingsvormen, soorten). Daarna gingen we in op beheer en onderhoud van de beplanting.
– De kosten waren 20 euro, voor NVWK-leden 10 euro.