Basiskwaliteit Natuur: van woorden naar daden
De Nederlandse biodiversiteit is door een ondergrens gezakt. Zelfs algemeen voorkomende diersoorten hebben het moeilijk. Om daar iets aan te doen, lanceerde Vogelbescherming het concept Basiskwaliteit Natuur. Dat gaat niet over natuurgebieden, maar over de natuur daarbuiten. De Nederlandse bestuurders beginnen het idee steeds meer toe te juichen.
Merel, huismus, eekhoorn of egel. Ook de meest bekende wilde dieren hebben steeds minder ruimte in ons overvolle land. Al ons asfalt, beton en intensief landgebruik gaat ten koste van hun leefgebied. Daarom introduceerde Vogelbescherming Nederland vorig jaar dus het concept ‘Basiskwaliteit Natuur’. Het doel: overal waar we wonen, werken en leven ook plaats maken voor natuur. Dat is niet alleen goed voor de biodiversiteit, maar ook voor onze eigen gezondheid.
Het succes van dit idee over een basiskwaliteit ligt in handen van de politici, bestuurders en ambtenaren die ons land inrichten. Het goede nieuws is: Basiskwaliteit Natuur slaat aan. Een overgrote meerderheid van de Kamer nam een motie aan om een Basiskwaliteit Natuur te realiseren. De nieuwe minister van Stikstof en Natuur, Christianne van de Wal, heeft Basiskwaliteit Natuur intussen (dus) ook in haar plannen meegenomen. Maar ook op provinciaal niveau slaat het concept aan. De provincie Drenthe gaat er bijvoorbeeld al concreet mee aan de slag.