Overdenkingen voor onder de kerstboom, door

In de jaren ’60 telde Nederland nog 125.000 broedparen van de grutto, 270.000 van de kievit en 100.000 van de scholekster. Nu is dat beeld dramatisch bijgesteld: sinds de jaren ’70 zijn de populaties met 85% afgenomen. In 2024 werden slechts 4.000 jonge grutto’s vliegvlug – veel te weinig. Ook kieviten, scholeksters en tureluurs gaan hard achteruit.

Nederland als weidevogelwalhalla?

Weidevogels zijn wereldwijd afhankelijk van graslanden en Nederland speelt daarbij een cruciale rol. 90% van de Noordwest-Europese grutto’s broedt hier. Als het hier slecht gaat, is dat wereldwijd voelbaar. De Europese Commissie sprak Nederland al aan op het niet nakomen van internationale afspraken.

De Krimpenerwaard: het stille voorjaar?

Neem de Krimpenerwaard, een van de belangrijkste weidevogelgebieden in Zuid-Holland. Ondanks beschermingsmaatregelen wordt het hier in het voorjaar steeds stiller. De afname verschilt per polder en is in natuurgebieden iets minder dramatisch dan in landbouwgebieden, maar het totaalbeeld blijft schokkend:

o Grutto: nog maar 350 broedparen (-65%).

o Kievit: slechts 650 broedparen (-74%).

o Tureluur: 200 broedparen (-60%).

o Veldleeuwerik: 100 broedparen (-93%).

Deze cijfers (Bron: SOVON Onderzoek) zijn onmiskenbaar: waar ooit weidevogels het voorjaar vulden met hun roep, heerst nu een steeds grotere stilte.

Waarom verdwijnen de weidevogels?

De oorzaken zijn helder: intensieve landbouw, verlies van leefgebied, predatie en slecht waterbeheer. Uitrijden van drijfmest, diepe waterpeilen en het verdwijnen van kruidenrijk grasland ontnemen vogels voedsel en veilige broedplaatsen. Het verlies aan areaal en de verdere versnippering van het weidevogelgebied.

Geld en resultaat

Sinds 2016 is de subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) ingevoerd. De totale uitgaven over de periode 2016-2024 zijn te schatten op:

o Rijksbijdrage: €70 miljoen per jaar × 9 jaar = €630 miljoen

o Totale bijdrage (inclusief provincies en EU): €150 miljoen per jaar × 9 jaar = €1,35 miljard

Toch blijven resultaten nog steeds uit. €1,35 miljard – laat dat eens op je inwerken.

Dit Kabinet heeft net voor de komende jaren weer € 500 miljoen beschikbaar gesteld. Er is géén resultaatverplichting, alleen een inspanningsverplichting gekoppeld aan deze subsidieregeling. Waarom niet experimenteren met kleinschalige, meetbare doelen, zoals kuikenoverleving? Als we blijven doen wat we gedaan hebben, houden wij dezelfde dramatische resultaten. Boeren kunnen concretere maatregelen nemen, zoals later maaien, hogere waterpeilen en kruidenrijke graslanden, ondersteund door innovatieve monitoring. Het aantal boeren dat aan weidevogelbeheer doet, neemt nog steeds af. Dat is spijtig. Maar er zijn ook boeren die zich de afgelopen jaren met hart en ziel hebben ingezet voor het weidevogelbeheer en die verdienen een groot compliment!!

Hoopvolle stappen?

Gelukkig zijn er lichtpuntjes. In de Krimpenerwaard bewijzen polders als Berkenwoude en De Nesse dat herstel mogelijk is. Gerichte maatregelen door landbouwgrond om te vormen tot natuur leidden tot meer vogels. Ook sterke mozaïeken zijn nodig tussen natuur en landbouw door een betere afstemming en samenwerking krijgen de weidevogels hiermee een krachtig impuls. Dit geldt ook voor een betere samenwerking tussen weidevogelvrijwilligers, agrarische collectief, ZHL en Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard. Dit succes moet breder, grootschaliger en structureel worden uitgerold. Nederland heeft de kennis, het geld en de verantwoordelijkheid. Zonder snelle veranderingen wordt het voorjaar definitief stil. Dus geen drijfmest meer uitrijden, meer vernatting door plas-dras en hogere waterpeilen en meer kruidenrijk grasland, geen verder verlies van areaal – dát is wat nodig is. Dat geeft weidevogels in Zuid-Holland weer een kans. Hoe stil mag het voorjaar nog worden? Laten we kiezen voor meer leven in ons landschap.

Alex Ouwehand is directeur Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland

Foto header; grutto door Peter Stam