Driekwart insectvriendelijke tuinplanten blijkt giftig voor insecten
Bekijk dit onthutstende filmpje;
Bron; https://www.bnnvara.nl/kassa/artikelen/onderzoek-driekwart-insectvriendelijke-tuinplanten-blijkt-giftig-voor-insecten 19-04-2025
Op 5 maart 2025 heeft de NVWK een brief aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland gestuurd. De brief aan Gedeputeerde Staten is een oproep om het unieke open veenweidelandschap van de Krimpenerwaard en daarmee een uitzonderlijk weidevogelgebied zoveel mogelijk te behouden. Het belang van de Krimpenerwaard als weidevogelgebied is onmiskenbaar. In 2019 is de Krimpenerwaard door de internationale vogelbeschermingsorganisaties aangewezen als Important Bird and Biodiversity Area (IBA).
De planontwikkeling Berkenwoude-Oost is door de gemeente gestopt. Volgens de gemeente omdat aldaar ook een hogedruk gasleiding van invloed is. De provincie had deze locatie evenwel al eerder niet in het Regionaal Woningbouwprogramma Midden-Holland opgenomen vanwege de status in het Omgevingsbeleid van de provincie van zogenaamd cultuurhistorisch kroonjuweel.
De drie wel door de provincie in dat woningbouwprogramma opgenomen locaties zijn: Haastrecht-Bilwijk, Stolwijk-Noordse Weide en Krimpen aan de Lek- Polderland.
De drie locaties die niet door de provincie zijn opgenomen in het woningbouwprogramma zijn Bergambacht-Oost, Schoonhoven-West en Schoonhoven-West.
Aangezien de gemeente doorgaat met de ontwikkeling van alle zes locaties, reden om aandacht van de provincie te vragen voor het belang van de weidevogels in de Krimpenerwaard.
Bron foto header: Homepage Gemeente Krimpenerwaard
De datum waarop de NVWK Ledendag & stekjesmarkt plaats vindt is verplaatst naar 24 mei!
Na het succes van vorig jaar combineren we ook dit jaar de stekjesmarkt en Ledendag. Programma en exacte invulling volgen snel, al is iedereen van harte welkom voor in ieder geval een hapje, drankje en het aanbod van plantjes. Houd de nieuwsbrieven en volgende Waardvogel goed in de gaten! Wist je dat met de opbrengst van 2024 meerdere goede kwaliteit verrekijkers en een telescoop zijn aangeschaft, beschikbaar voor de hele vereniging? Door de jeugdwerkgroep zijn ze in ieder geval al gebruikt tijdens de excursie naar de Maeslantkering in het najaar en recentelijk tijdens de nieuwjaarswandeling in Reeuwijk.
Op 1 februari hadden we de eerste activiteit met de plantenwerkgroep, een les over winterkenmerken van struiken en bomen.
Onder het genot van een kopje koffie maakten we eerst even kennis met elkaar. We waren met acht deelnemers. Jacqueline had verschillende kale takken meegenomen. In het kort vertelde ze waar je op kunt letten bij het kijken naar kale takken: kleur, knoppen, lenticellen, bladmerk, kurklijst, merg, ringhout etc.
We kregen allemaal een mooi schrift en hebben een aantal takken nagetekend (dan ga je nog beter kijken!) en opgezocht wat het zou kunnen zijn. Els, es, kardinaalsmuts, beuk, wilg, rode en gele kornoelje, krentenboom, appel, hazelaar, vlier, etc Wat een heerlijke relaxte bezigheid! Het was muisstil… Na dit besproken te hebben, maakten we een korte wandeling, heerlijk in de zon. Het bleek dat we nu alles wisten te herkennen! Mariella vertelde nog een mooi verhaal over de dode bomen. Dode bomen zijn onder andere goed als slaapplaats voor oa vleermuizen en vogels. Het was een leerzame en fijne ochtend!
Dé woelmuis bestaat niet. In Nederland leven wel vijf soorten woelmuizen. Hieronder zijn hele algemene soorten zoals de veldmuis, maar ook de zeer zeldzame noordse woelmuis. De Zoogdiervereniging vraagt in 2025 aandacht voor alle verschillende woelmuissoorten en laat zien hoe leuk, bijzonder en nuttig deze kleine zoogdieren zijn.
Woelmuizen spelen een grote rol in onze natuur. Waarom en hoe is bij veel mensen onbekend. Daarom laat de Zoogdiervereniging in 2025 zien waarom woelmuizen belangrijk zijn, hoe je ze kan herkennen en waar je welke soort kan aantreffen. De ene soort houdt van ‘ruig’, de andere van groots en weids, de volgende juist van kleinschalig en knus. Dit jaar kom je het allemaal te weten.
Het belangrijkste is wellicht dat woelmuizen het voornaamste voedsel zijn voor veel roofdieren en roofvogels. Vrijwel alle roofdieren en roofvogels zijn afhankelijk van een gezonde en vooral grote populatie woelmuizen. De aanwezigheid van grote aantallen woelmuizen heeft direct effect op het broedsucces of het aantal jongen dat het eerste levensjaar overleefd. Veel woelmuizen betekent veel wezels en hermelijnen, maar bijvoorbeeld ook veel kerkuilen en torenvalken. Gaat het goed met de woelmuizen, dan gaat het ook goed met veel andere soorten.
In Nederland komen vijf verschillende soorten woelmuizen voor. Dat zijn de aardmuis, de noordse woelmuis, de ondergrondse woelmuis, de rosse woelmuis en de veldmuis. Deze vijf soorten lijken uiterlijk heel erg op elkaar: ze hebben allemaal kleine oren en een korte staart. Alleen specialisten kunnen de soorten makkelijk uit elkaar houden.
De plek waar je een woelmuis ziet, vangt of vindt is vaak een goede aanwijzing over de soort. Zo houden veldmuizen van droge, ruige weilanden, de noordse woelmuis van natte rietlanden, de aardmuis van ruige heideterreinen, de ondergrondse woelmuis vind je langs spoorlijnen, op dijken en in graften en de rosse woelmuis tref je eerder aan in je achtertuin of het park of bos in de buurt. Tijdens het Jaar van de woelmuis stellen we de verschillende woelmuizen uitgebreider voor en zullen we meer over hun specifieke eigenschappen en leefgebieden vertellen en laten zien.
In Nederland leeft een aparte ondersoort van de noordse woelmuis, die nergens anders ter wereld voorkomt (Bron: Wesley Overman)
Tijdens het Jaar van de woelmuis delen we ook meer over de onderzoeken naar verschillende woelmuissoorten of hoe je de soorten kan monitoren. Je kan woelmuizen monitoren met inloopvallen, je kan echter ook keutels gaan zoeken voor DNA-analyses of (kerkuil)braakballen pluizen om erachter te komen welke woelmuizen er in een gebied voorkomen. Met werkgroepen en vrijwilligers organiseren we door het hele land activiteiten, waaronder het ‘Nationale kampioenschap woelmuizen pluizen’. En we werken samen met Sovon en Vogelbescherming in het kader van het Jaar van de Torenvalk, immers, het favoriete voedsel van de torenvalk is een lekker woelmuisje!
Bron; zoogdiervereniging
Foto header; Wesley Overman
Van 24 tot en met 26 januari 2025 is het weer zover: de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland. Dit jaar vindt de 22e editie plaats. De telling is ondertussen een begrip. Zo namen vorig jaar maar liefst 114.000 mensen deel door een half uurtje vogels te tellen in hun tuin of op het balkon.
Sinds de start van de telling in 2003 heeft Vogelbescherming Nederland een steeds beter beeld gekregen van de vogelpopulaties in de winter rondom onze tuinen en balkons. Deze informatie is van groot belang voor de bescherming van vogels.
Vogels verdwijnen uit onze tuinen
De Nationale Tuinvogeltelling levert waardevolle inzichten over de vogelsoorten die het moeilijk hebben in de stad. Het blijkt dat de huismus nauwelijks meer in de Randstad te zien is, dat het aantal merels in tuinen afneemt en dat de spreeuw langzaam uit Nederland verdwijnt. Dit heeft onder andere te maken met het verdwijnen van groene heggen – deze maken vaak plaats voor houten schuttingen – en het vervangen van rommelhoekjes en inheemse struiken door tegels. Deze veranderingen zorgen ervoor dat vogels steeds minder plekken vinden voor voedsel en schuilplaatsen, wat hun overlevingskansen in de stad verkleint. Het aantal versteende buurten is de afgelopen vijf jaar met bijna acht procent toegenomen.
Vogelvriendelijk inrichten
Vogelbescherming helpt groenbeheerders en particulieren met het vogelvriendelijk inrichten van onze steden. Het herstel van natuur in de stad is niet alleen belangrijk voor vogels, maar ook voor onze eigen fysieke en mentale gezondheid.
Waardevolle informatie
De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste burgeronderzoek van Nederland. Door de langdurige en jaarlijkse herhaling verzamelt Vogelbescherming waardevolle gegevens over de vogels. Dankzij de enorme deelnemersaantallen kunnen we trends en ontwikkelingen ontdekken, zoals de afname van het aantal merels. Dat het slechter gaat met de merels, is duidelijk te zien in de telling. Het aantal merels per tuin daalde de afgelopen jaren van gemiddeld bijna vier, naar twee. Ook zijn de weersomstandigheden van invloed op de resultaten. Hoe kouder het is, hoe meer spechten en roofvogels gezien worden.
Doe mee
Meedoen is eenvoudig: tel gedurende een half uurtje de vogels in je tuin of op het balkon op vrijdag 24, zaterdag 25 of zondag 26 januari. Meld de resultaten op Tuinvogeltelling.nl. De handige webapp Mijntuinvogeltelling.nl helpt bij het herkennen van de vogelsoorten. Aan de hand van foto’s en een vragenlijst kunnen deelnemers de vogels eenvoudig benoemen. Via de app kunnen de resultaten direct worden doorgegeven. Op zondagavond maakt Vogelbescherming Nederland de top tien van meest getelde vogels bekend.
Samen kunnen we bijdragen aan de bescherming van vogels in de tuin of op het balkon. Meld je alvast aan en wees perfect voorbereid op de Tuinvogeltelling 2025. Ook kun je je opgeven voor de nieuwsbrief van Vogelbescherming met acties, herkenningstips, nieuws, vogelweetjes en praktische tuin- en voertips. Elke vogel telt!
Tekst: Vogelbescherming Nederland
Foto header: merel door Huig Bouter
Vorige week organiseerde FLORON de Eindejaars Plantenjacht, traditiegetrouw voor het elfde jaar op rij. Een telling met als doel een beter beeld te krijgen van de effecten van klimaatverandering op de plantengroei. Plantenliefhebbers gingen tussen eerste kerstdag en 3 januari op zoek naar bloeiende planten. In totaal vonden zij 656 plantensoorten en gemiddeld ongeveer 15 soorten per telling.
FLORON vroeg plantenliefhebbers om tussen eerste kerstdag en 3 januari een uur te gaan wandelen en te zoeken naar bloeiende planten. In totaal werden 656 wilde of verwilderde plantensoorten bloeiend waargenomen. In de top 3 staan Madeliefje (1074 keer geteld), Straatgras (912) en Klein kruiskruid (814).
De top tien van meest gevonden winterbloeiers bestaat, net als eerdere jaren, uit soorten die het grootste deel van het jaar of jaarrond bloeien. Tijdens milde winters of op zonnige en windluwe plekken zijn deze soorten in staat hun najaarsbloei te rekken.
Top tien |
1. Madeliefje |
2. Straatgras |
3. Klein kruiskruid |
4. Paarse dovenetel |
5. Paardenbloem |
6. Vogelmuur |
7. Gewone melkdistel |
8. Herderstasje |
9. Gewone kropaar |
10. Duizendblad |
Ook in tuinen werd gezocht naar winterbloeiers. De top drie van winterbloeiers in tuinen bestaat uit Madeliefje, Straatgras en Klimop.
Omdat dit al de elfde editie is van de Eindejaars Plantenjacht, hebben we een steeds beter beeld van de effecten van het weer op de plantengroei. Als we terugblikken op december, dan hadden we af en toe nachtvorst en slechts dertig zonuren. Met een gemiddelde temperatuur van 6,1 graden was deze decembermaand vrij zacht, vergelijkbaar met 2023 (6,9) en 2018 (6,1). Door het zachte weer bleven veel planten, zoals de Gewone melkdistel, Scherpe boterbloem en Rode klaver, doorbloeien. Het jaar 2015 is nog altijd het recordjaar sinds het bestaan van de Eindejaars Plantenjacht en 2024 eindigde op de derde plek van de beste jaren voor winterbloeiers sinds de start van de tellingen.
Klein kruiskruid eindigde op de derde plek (Bron: Stef van Walsum)
Gemiddeld vonden deelnemers 15,1 soorten per telling. De korte vorstperiode in november heeft veel bloeiende planten de das om gedaan. Zo verdwenen knopkruid en vergeet-mij-nietjes onmiddelijk. Paarse dovenetel en Klein kruiskruid leken zich van de kou weinig aan te trekken.
Gedurende de telling waren de weersomstandigheden zacht, maar ook vooral grauw en winderig. Toch lieten de deelnemers zich niet uit het veld slaan, ondanks de mindere weeromstandigheden ontving FLORON meer dan 1313 tellingen van plantenliefhebbers uit het hele land.
Tekst: Stef van Walsum en Laurens Sparrius, FLORON
Foto header: madeliefje door Huig Bouter
De Dierenbescherming zoekt vrijwilligers in Stolwijk om te helpen bij de jaarlijkse paddentrek. In Stolwijk trekken tussen eind februari en half april weer duizenden padden, kikkers en salamanders van hun winterverblijf naar hun voortplantingsplaats. Daarbij moeten ze drukke wegen oversteken. Om te voorkomen dat ze hierbij worden overreden zoekt de Dierenbescherming overzetters die hen helpen veilig de overkant van de weg te bereiken.
Paddentrek start in februari
De padden trekken in het vroege voorjaar van de plek waar ze overwinteren naar een plaats met water waar ze kunnen paren. De trek begint meestal eind februari, maar dit hangt af van de temperatuur en weersomstandigheden. Het ontwaken uit de winterslaap gebeurt als de gemiddelde temperatuur over een etmaal minimaal acht tot tien graden Celsius is en dat ongeveer drie dagen lang zo blijft. De paddentrek duurt gemiddeld zo’n 6 weken.
Online informatiebijeenkomst voor nieuwe vrijwilligers
Aan onze paddenoverzetters vragen we om in elk geval 6 weken lang, één vaste avond per week, beschikbaar te zijn in de periode van eind februari tot half april. Je gaat ongeveer 3 á 4 uur per avond op pad door langs de weg te lopen en de amfibieën met de hand over te zetten. Dat is vanaf 19.00 uur (begin van de schemering) tot 22.00 uur. Daarnaast vragen we je de aantallen dieren te noteren en zelf een zaklamp en reflecterend hesje mee te nemen. Voor nieuwe dierenvrienden wordt een online informatieavond georganiseerd op 5 februari van 19.00 uur tot 20.00 uur. Aanmelden als vrijwilliger kan via www.dierenbescherming.nl/paddentrek.
Voor meer informatie kan contact opgenomen via paddentrekzuidwest@dierenbescherming.nl
Hulp is op veel plekken nodig.
De overzetters zijn nodig in Stolwijk. Kijk voor de exacte locatie op www.dierenbescherming.nl/paddentrek
Jazeker, want meten is weten. Het IHC-bos mag niet worden bebouwd, zie pag. 26. Dat was reden voor een klein feestje, maar we zijn er nog niet. De eigenaar wil ervan af. Er spelen kinderen, er wandelen volwassenen met hun hond. En het stormt regelmatig. Er moet een vorm van extensief beheer komen waarbij risico’s worden onderkend en aangepakt. Er gaan dingen veranderen maar de vorm waarin is koffiedik kijken. Eén ding is zeker: het mag niet ten koste van de rijkdom aan broedvogels gaan. Er is al een mooie reeks aan jaren geteld, en deze gezellige dames zoeken versterking. Loop gewoon eens mee? We garanderen een rijke ervaring! Benieuwd? Informatie: Joke Colijn, j.j.colijn@gmail.com 06 44744408.
Vijf keer per jaar ploft hij op uw mat: de Waardvogel. Een bezorger in uw wijk is hiervoor op pad geweest. Daar gaat heel wat georganiseer aan vooraf. Rolf van Beek krijgt een seintje van de drukker als de dozen kunnen worden opgehaald. Hij telt ze vervolgens uit voor alle wijken, en bezorgt die aan huis bij de bezorgers. Alles in 2 dagen, zodat u ‘m bij aanvang van het weekend in de bus heeft. Alleen: Rolf wil ook wel eens op vakantie… of kan de griep oplopen! Hij zoekt voor zo’n geval een vervanger. Wie lijkt dit een leuke stand-by klus? Bel Rolf en rijd eens met ‘m mee! 06-42184148.