Mona Keijzer, wat doe je nu?

De huidige koers van het kabinet op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting vormt een directe en ernstige bedreiging voor het Groene Hart. Dit gebied, als groene long van de Randstad, is cruciaal voor de landschappelijke openheid, biodiversiteit en agrarische vitaliteit van Nederland. De nieuwe beleidsmaatregelen, met als spil de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting, tasten niet alleen het ruimtelijke beleid aan, maar dreigen ook de kernkwaliteiten van het Groene Hart onherstelbaar te beschadigen. Waar de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting op het eerste gezicht inzet op versnelde woningbouw en betere regie van rijk en provincies, laat zij tegelijkertijd essentiële waarborgen los. Het afschaffen van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking is daar een sprekend voorbeeld van. Dit instrument verplichtte gemeenten om een integrale belangenafweging te maken voordat zij uitbreidingslocaties voor woningbouw konden aanwijzen. Die toets dwong bestuurders tot zorgvuldigheid, maakte de onderbouwing van nut en noodzaak verplicht en voorkwam dat waardevolle buitengebieden zonder noodzaak werden volgebouwd. Nu deze toets ontbreekt, is het risico groot dat gemeenten zonder regionale afstemming of integrale visie besluiten nemen over woningbouwprojecten buiten de bebouwde kom. De minister pakt graag de regie op de volkshuisvesting, maar regie op de ruimtelijke ordening vindt zij kennelijk niet belangrijk.

Juist in het Groene Hart, waar de ruimte schaars is en de druk van verstedelijking hoog, zijn de gevolgen hiervan ernstig. Het open veenweidelandschap, met zijn kenmerkende lintbebouwing en cultuurhistorische waarde, dreigt versnipperd te raken door losstaande woningbouwinitiatieven. De ecologische verbindingen raken verbroken, de leefgebieden van beschermde weidevogels verdwijnen en de groene buffer tussen de steden van de Randstad wordt steeds dunner. Het feit dat Nederland al door de Europese Commissie op de vingers is getikt vanwege gebrekkige bescherming van haar natuurgebieden, dat benadrukt ook hoe urgent dit probleem is.

De verruiming van de regels rond mantelzorg- en familiewoningen verergert deze situatie. Waar dergelijke initiatieven bedoeld zijn om tegemoet te komen aan de groeiende behoefte aan mantelzorg in een vergrijzende samenleving, wordt het instrument nu misbruikt. Zonder vergunning kunnen particulieren woningen op hun erf realiseren, vaak zonder controle op gebruik of landschappelijke inpassing. Wat begint als een tijdelijke zorgoplossing, verandert zo gemakkelijk in permanente bewoning. In het Groene Hart leidt dit tot een nieuwe vorm van sluipende verstedelijking, waarbij voormalige agrarische erven veranderen in verspreid liggende woonenclaves. Gemeenten verliezen de regie en beschikken veelal niet over de handhavingscapaciteit om de situatie in goede banen te leiden.

Parallel aan deze ontwikkeling klinkt ook de roep om recreatiewoningen maar permanent te laten bewonen steeds luider. Door de schaarste op de woningmarkt wordt recreatiebebouwing steeds vaker gezien als een snelle oplossing voor het tekort aan reguliere woonruimte. Dit vergroot de druk op het buitengebied, waar recreatieparken en verspreide vakantiewoningen alsnog een permanente woonbestemming krijgen. Hierdoor ontstaat feitelijk een ongereguleerde vorm van verstedelijking, waarbij het onderscheid tussen recreatief gebruik en permanent wonen vervaagt. Net als bij de mantelzorgwoningen leidt dit tot versnippering van het landschap, verlies van openheid en een aantasting van de ruimtelijke kwaliteit van het Groene Hart. Beide ontwikkelingen hebben vergelijkbare effecten: ze ondermijnen het zorgvuldig opgebouwde ruimtelijke beleid en vergroten de druk op kwetsbare landschappen zonder dat daar een integrale afweging of regie tegenover staat.

Deze ontwikkelingen vormen een breuk met decennia van zorgvuldig opgebouwd ruimtelijk beleid, waarin telkens de balans werd gezocht tussen woningbouw en de bescherming van natuur, landschap en cultuurhistorische waarden. De visie van een duurzame, integrale benadering van de ruimte lijkt plaats te maken voor een korte termijnaanpak waarin kwantitatieve woningbouwdoelen de boventoon voeren. Daarmee dreigt het Groene Hart te verworden tot een lappendeken van verspreide woningbouwlocaties, zonder samenhang en met verlies van ruimtelijke kwaliteit.

Wat nodig is, is een fundamentele koerswijziging. Er moet een brede maatschappelijke en politieke consensus ontstaan dat het Groene Hart een unieke waarde vertegenwoordigt, die niet inwisselbaar is en daarom bijzondere bescherming verdient. Provincies moeten hun regierol serieus nemen en optreden tegen ongewenste ontwikkelingen, en het Rijk moet zorgen voor aanvullende instrumenten die afdwingbaar zijn en borg staan voor de bescherming van het gebied in plaats van het afschaffen van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking.

Dit soort initiatieven geven ook duidelijk aan dat het cruciaal is om het maatschappelijk draagvlak voor het Groene Hart te vergroten. Lokale gemeenschappen moeten het besef versterken dat zij mede verantwoordelijk zijn voor het behoud van de kwaliteit en de toekomst van hun leefomgeving.

Er is ook politieke actie nodig. De Tweede Kamer en het kabinet moeten worden gewezen op de onbedoelde en disproportionele effecten van de Wet Versterking Regie Volkshuisvesting. De Kamer heeft een rol als hoeder van het algemeen belang en moet voorkomen dat korte termijndoelen de basisprincipes van zorgvuldig ruimtelijk beleid uithollen. Dit is niet alleen een kwestie van ruimtelijke ordening, maar raakt aan fundamentele vraagstukken van leefbaarheid, duurzaamheid en intergenerationele rechtvaardigheid. Op 13 februari 2025 is een aangepast wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd. De verdere behandeling in de Tweede Kamer is nog niet geagendeerd.

Zonder ingrijpen verdwijnen de kernwaarden van het Groene Hart achter de woningbouwopgave van vandaag. Dat zou een historische vergissing zijn. De keuzes die nu worden gemaakt, bepalen hoe Nederland er de komende decennia uitziet. Het is aan ons allemaal – maatschappelijke organisaties, bewoners en politici, om te zorgen dat deze keuzes verantwoord en toekomstgericht zijn. Deze ingrijpende wetswijziging is ook geen garantie dat nu eindelijk ook de juiste betaalbare woningen worden gebouwd. Wat als de ruimtelijke bescherming weg is en niet de juiste betaalbare woningen worden gebouwd? Wat blijft er dan nog van het Groene Hart over?

Het Groene Hart verdient een robuuste bescherming; niet als sluitpost van de woningbouw, maar als essentieel onderdeel van de ruimtelijke identiteit van Nederland. De tijd om te handelen is nu.

Voel je je aangesproken en wil je ook het Groene Hart beschermen? Neem dan contact op met de NMZH via info@milieufederatie.nl

Dit blog is geschreven door: Alex Ouwehand