Feiten en fabels: herstel natte schraallanden en vochtige hooilanden door afplaggen in de Krimpenerwaard

Op 12 februari 2025 werd er door agrarische belangenvereniging DWLK een petitie aangeboden aan de Statencommissie Landelijk Gebied van Provinciale Staten Zuid-Holland over afplaggen in de Krimpenerwaard. De tekst van deze petitie, en de toelichting van het bestuurslid Willem Boer hierop in de commissievergadering van 22 januari jl., bevat op diverse punten onjuiste informatie. Omdat het Zuid-Hollands Landschap, gesteund door Natuurmonumenten en Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland, het belangrijk vinden dat besluiten in Provinciale Staten worden genomen op basis van juiste en volledige informatie voelen wij ons als natuurorganisaties en terreinbeheerders, vanuit onze jarenlange ervaring op het gebied van inrichting en beheer van schraalgraslanden, geroepen om hierop te reageren en de feiten op tafel te houden. Lees hier verder.

Foto: Arie van de Graaf

Ontwikkeling van weidevogels in ingerichte natuurgebieden (NNN) in de Krimpenerwaard

Inspreker Willem Boer (namens agrarische belangenvereniging DWLK en agrarisch collectief Weidehof Krimpenerwaard) sprak in de Statencommissie Landelijk Gebied van de provincie Zuid-Holland van 22 januari 2025 over een “doorzettende daling van weidevogels in NNN gebied” in de Krimpenerwaard, en baseerde zich daarbij op weidevogeltellingen uit 2023.  Daarbij zijn over specifiek voor weidevogels ingerichte natuurgebieden onjuiste beelden verspreid. De voor weidevogels ingerichte NNN gebieden vertegenwoordigen, hoewel deze gebieden in 2023 een nog relatief gering oppervlak hadden, een substantieel belang voor weidevogels, zoals uit onderstaande gegevens blijkt. Sinds de inrichting en vernatting (2017) nemen de aantallen weidevogels hier toe en/of stabiliseren. In de volgende alinea’s staan de feiten op een rij, op basis van twee recente onderzoeken. Lees hier verder.

Foto: pixabay

Eerste activiteit van de plantenwerkgroep ‘nieuwe steil’

Op 1 februari hadden we de eerste activiteit met de plantenwerkgroep, een les over winterkernmerken van struiken en bomen.

Onder het genot van een kopje koffie maakten we eerst even kennis met elkaar. We waren met acht deelnemers. Jacqueline had verschillende kale takken meegenomen. In het kort vertelde ze waar je op kunt letten bij het kijken naar kale takken: kleur, knoppen, lenticellen, bladmerk, kurklijst, merg, ringhout etc.

We kregen allemaal een mooi schrift en hebben een aantal takken nagetekend (dan ga je nog beter kijken!) en opgezocht wat het zou kunnen zijn. Els, es, kardinaalsmuts, beuk, wilg, rode en gele kornoelje, krentenboom, appel, hazelaar, vlier, etc Wat een heerlijke  relaxte bezigheid! Het was muisstil… Na dit besproken te hebben, maakten we een korte wandeling, heerlijk in de zon. Het bleek dat we nu alles wisten te herkennen! Mariella vertelde nog een mooi verhaal over de dode bomen. Dode bomen zijn onder andere goed als slaapplaats voor oa vleermuizen en vogels. Het was een leerzame en fijne ochtend!

De rechter trekt de grens: tijd om Nederland weer vooruit te helpen

Nederland kan niet langer blijven dralen rondom stikstof. De rechter onderstreepte in de Greenpeace-zaak tegen de Staat: het is tijd voor échte actie. Geen geitenpaadjes of vertraging meer, maar concrete stappen om Nederland vooruit te helpen. Voor onze natuur, de gezondheid van burgers en onze samenleving als geheel is nú daadkracht nodig. Lees hier verder.

Foto: Arie van de Graaf

2025 is het Jaar van de woelmuis

Dé woelmuis bestaat niet. In Nederland leven wel vijf soorten woelmuizen. Hieronder zijn hele algemene soorten zoals de veldmuis, maar ook de zeer zeldzame noordse woelmuis. De Zoogdiervereniging vraagt in 2025 aandacht voor alle verschillende woelmuissoorten en laat zien hoe leuk, bijzonder en nuttig deze kleine zoogdieren zijn.

Woelmuizen spelen een grote rol in onze natuur. Waarom en hoe is bij veel mensen onbekend. Daarom laat de Zoogdiervereniging in 2025 zien waarom woelmuizen belangrijk zijn, hoe je ze kan herkennen en waar je welke soort kan aantreffen. De ene soort houdt van ‘ruig’, de andere van groots en weids, de volgende juist van kleinschalig en knus. Dit jaar kom je het allemaal te weten.

Het belangrijkste is wellicht dat woelmuizen het voornaamste voedsel zijn voor veel roofdieren en roofvogels. Vrijwel alle roofdieren en roofvogels zijn afhankelijk van een gezonde en vooral grote populatie woelmuizen. De aanwezigheid van grote aantallen woelmuizen heeft direct effect op het broedsucces of het aantal jongen dat het eerste levensjaar overleefd. Veel woelmuizen betekent veel wezels en hermelijnen, maar bijvoorbeeld ook veel kerkuilen en torenvalken. Gaat het goed met de woelmuizen, dan gaat het ook goed met veel andere soorten.

Woelmuissoorten

In Nederland komen vijf verschillende soorten woelmuizen voor. Dat zijn de aardmuis, de noordse woelmuis, de ondergrondse woelmuis, de rosse woelmuis en de veldmuis. Deze vijf soorten lijken uiterlijk heel erg op elkaar: ze hebben allemaal kleine oren en een korte staart. Alleen specialisten kunnen de soorten makkelijk uit elkaar houden.

De plek waar je een woelmuis ziet, vangt of vindt is vaak een goede aanwijzing over de soort. Zo houden veldmuizen van droge, ruige weilanden, de noordse woelmuis van natte rietlanden, de aardmuis van ruige heideterreinen, de ondergrondse woelmuis vind je langs spoorlijnen, op dijken en in graften en de rosse woelmuis tref je eerder aan in je achtertuin of het park of bos in de buurt. Tijdens het Jaar van de woelmuis stellen we de verschillende woelmuizen uitgebreider voor en zullen we meer over hun specifieke eigenschappen en leefgebieden vertellen en laten zien.

In Nederland leeft een aparte ondersoort van de noordse woelmuis, die nergens anders ter wereld voorkomt

In Nederland leeft een aparte ondersoort van de noordse woelmuis, die nergens anders ter wereld voorkomt (Bron: Wesley Overman)

Onderzoek

Tijdens het Jaar van de woelmuis delen we ook meer over de onderzoeken naar verschillende woelmuissoorten of hoe je de soorten kan monitoren. Je kan woelmuizen monitoren met inloopvallen, je kan echter ook keutels gaan zoeken voor DNA-analyses of (kerkuil)braakballen pluizen om erachter te komen welke woelmuizen er in een gebied voorkomen. Met werkgroepen en vrijwilligers organiseren we door het hele land activiteiten, waaronder het ‘Nationale kampioenschap woelmuizen pluizen’. En we werken samen met Sovon en Vogelbescherming in het kader van het Jaar van de Torenvalk, immers, het favoriete voedsel van de torenvalk is een lekker woelmuisje!

Bron; zoogdiervereniging

Foto header; Wesley Overman

Doe mee aan de Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming


Van 24 tot en met 26 januari 2025 is het weer zover: de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling van Vogelbescherming Nederland. Dit jaar vindt de 22e editie plaats. De telling is ondertussen een begrip. Zo namen vorig jaar maar liefst 114.000 mensen deel door een half uurtje vogels te tellen in hun tuin of op het balkon.
Sinds de start van de telling in 2003 heeft Vogelbescherming Nederland een steeds beter beeld gekregen van de vogelpopulaties in de winter rondom onze tuinen en balkons. Deze informatie is van groot belang voor de bescherming van vogels.

Vogels verdwijnen uit onze tuinen
De Nationale Tuinvogeltelling levert waardevolle inzichten over de vogelsoorten die het moeilijk hebben in de stad. Het blijkt dat de huismus nauwelijks meer in de Randstad te zien is, dat het aantal merels in tuinen afneemt en dat de spreeuw langzaam uit Nederland verdwijnt. Dit heeft onder andere te maken met het verdwijnen van groene heggen – deze maken vaak plaats voor houten schuttingen – en het vervangen van rommelhoekjes en inheemse struiken door tegels. Deze veranderingen zorgen ervoor dat vogels steeds minder plekken vinden voor voedsel en schuilplaatsen, wat hun overlevingskansen in de stad verkleint. Het aantal versteende buurten is de afgelopen vijf jaar met bijna acht procent toegenomen.

Vogelvriendelijk inrichten
Vogelbescherming helpt groenbeheerders en particulieren met het vogelvriendelijk inrichten van onze steden. Het herstel van natuur in de stad is niet alleen belangrijk voor vogels, maar ook voor onze eigen fysieke en mentale gezondheid.

Waardevolle informatie
De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste burgeronderzoek van Nederland. Door de langdurige en jaarlijkse herhaling verzamelt Vogelbescherming waardevolle gegevens over de vogels. Dankzij de enorme deelnemersaantallen kunnen we trends en ontwikkelingen ontdekken, zoals de afname van het aantal merels. Dat het slechter gaat met de merels, is duidelijk te zien in de telling. Het aantal merels per tuin daalde de afgelopen jaren van gemiddeld bijna vier, naar twee. Ook zijn de weersomstandigheden van invloed op de resultaten. Hoe kouder het is, hoe meer spechten en roofvogels gezien worden.

Doe mee
Meedoen is eenvoudig: tel gedurende een half uurtje de vogels in je tuin of op het balkon op vrijdag 24, zaterdag 25 of zondag 26 januari. Meld de resultaten op Tuinvogeltelling.nl. De handige webapp Mijntuinvogeltelling.nl helpt bij het herkennen van de vogelsoorten. Aan de hand van foto’s en een vragenlijst kunnen deelnemers de vogels eenvoudig benoemen. Via de app kunnen de resultaten direct worden doorgegeven. Op zondagavond maakt Vogelbescherming Nederland de top tien van meest getelde vogels bekend.

Samen kunnen we bijdragen aan de bescherming van vogels in de tuin of op het balkon. Meld je alvast aan en wees perfect voorbereid op de Tuinvogeltelling 2025. Ook kun je je opgeven voor de nieuwsbrief van Vogelbescherming met acties, herkenningstips, nieuws, vogelweetjes en praktische tuin- en voertips. Elke vogel telt!

Tekst: Vogelbescherming Nederland

Foto header: merel door Huig Bouter

Madeliefje winnaar Eindejaars Plantenjacht 2024

FLORON

Vorige week organiseerde FLORON de Eindejaars Plantenjacht, traditiegetrouw voor het elfde jaar op rij. Een telling met als doel een beter beeld te krijgen van de effecten van klimaatverandering op de plantengroei. Plantenliefhebbers gingen tussen eerste kerstdag en 3 januari op zoek naar bloeiende planten. In totaal vonden zij 656 plantensoorten en gemiddeld ongeveer 15 soorten per telling.

FLORON vroeg plantenliefhebbers om tussen eerste kerstdag en 3 januari een uur te gaan wandelen en te zoeken naar bloeiende planten. In totaal werden 656 wilde of verwilderde plantensoorten bloeiend waargenomen. In de top 3 staan Madeliefje (1074 keer geteld), Straatgras (912) en Klein kruiskruid (814). 

Top tien winterbloeiers

De top tien van meest gevonden winterbloeiers bestaat, net als eerdere jaren, uit soorten die het grootste deel van het jaar of jaarrond bloeien. Tijdens milde winters of op zonnige en windluwe plekken zijn deze soorten in staat hun najaarsbloei te rekken.

Top tien
1.    Madeliefje
2.    Straatgras
3.    Klein kruiskruid
4.    Paarse dovenetel
5.    Paardenbloem
6.    Vogelmuur
7.    Gewone melkdistel
8.    Herderstasje
9.    Gewone kropaar
10.  Duizendblad

Ook in tuinen werd gezocht naar winterbloeiers. De top drie van winterbloeiers in tuinen bestaat uit Madeliefje, Straatgras en Klimop. 

Veel winterbloeiers door zachte winter

Omdat dit al de elfde editie is van de Eindejaars Plantenjacht, hebben we een steeds beter beeld van de effecten van het weer op de plantengroei. Als we terugblikken op december, dan hadden we af en toe nachtvorst en slechts dertig zonuren. Met een gemiddelde temperatuur van 6,1 graden was deze decembermaand vrij zacht, vergelijkbaar met 2023 (6,9) en 2018 (6,1). Door het zachte weer bleven veel planten, zoals de Gewone melkdistel, Scherpe boterbloem en Rode klaver, doorbloeien. Het jaar 2015 is nog altijd het recordjaar sinds het bestaan van de Eindejaars Plantenjacht en 2024 eindigde op de derde plek van de beste jaren voor winterbloeiers sinds de start van de tellingen.

Klein kruiskruid eindigde op de derde plek

Klein kruiskruid eindigde op de derde plek (Bron: Stef van Walsum)

Veel tellingen ondanks grauwe jaarwisseling

Gemiddeld vonden deelnemers 15,1 soorten per telling. De korte vorstperiode in november heeft veel bloeiende planten de das om gedaan. Zo verdwenen knopkruid en vergeet-mij-nietjes onmiddelijk. Paarse dovenetel en Klein kruiskruid leken zich van de kou weinig aan te trekken. 

Gedurende de telling waren de weersomstandigheden zacht, maar ook vooral grauw en winderig. Toch lieten de deelnemers zich niet uit het veld slaan, ondanks de mindere weeromstandigheden ontving FLORON meer dan 1313 tellingen van plantenliefhebbers uit het hele land.

Meer informatie

  • Bekijk de volledige resultaten op floron.nl/plantenjacht. Op de interactieve kaart kun je zien welke bloeiende planten in jouw buurt gevonden zijn.

Tekst: Stef van Walsum en Laurens Sparrius, FLORON
Foto header: madeliefje door Huig Bouter

Dierenbescherming zoekt paddenoverzetters in Stolwijk

De Dierenbescherming zoekt vrijwilligers in Stolwijk om te helpen bij de jaarlijkse paddentrek. In Stolwijk trekken tussen eind februari en half april weer duizenden padden, kikkers en salamanders van hun winterverblijf naar hun voortplantingsplaats. Daarbij moeten ze drukke wegen oversteken. Om te voorkomen dat ze hierbij worden overreden zoekt de Dierenbescherming overzetters die hen helpen veilig de overkant van de weg te bereiken.


Paddentrek start in februari

De padden trekken in het vroege voorjaar van de plek waar ze overwinteren naar een plaats met water waar ze kunnen paren. De trek begint meestal eind februari, maar dit hangt af van de temperatuur en weersomstandigheden. Het ontwaken uit de winterslaap gebeurt als de gemiddelde temperatuur over een etmaal minimaal acht tot tien graden Celsius is en dat ongeveer drie dagen lang zo blijft. De paddentrek duurt gemiddeld zo’n 6 weken.

Online informatiebijeenkomst voor nieuwe vrijwilligers

Aan onze paddenoverzetters vragen we om in elk geval 6 weken lang, één vaste avond per week, beschikbaar te zijn in de periode van eind februari tot half april. Je gaat ongeveer 3 á 4 uur per avond op pad door langs de weg te lopen en de amfibieën met de hand over te zetten. Dat is vanaf 19.00 uur (begin van de schemering) tot 22.00 uur. Daarnaast vragen we je de aantallen dieren te noteren en zelf een zaklamp en reflecterend hesje mee te nemen. Voor nieuwe dierenvrienden wordt een online informatieavond georganiseerd op 5 februari van 19.00 uur tot 20.00 uur. Aanmelden als vrijwilliger kan via www.dierenbescherming.nl/paddentrek.

Voor meer informatie kan contact opgenomen via paddentrekzuidwest@dierenbescherming.nl

Hulp is op veel plekken nodig.
De overzetters zijn nodig in Stolwijk. Kijk voor de exacte locatie op  www.dierenbescherming.nl/paddentrek

Tellen-tellen-tellen – nog meer tellen?

Jazeker, want meten is weten. Het IHC-bos mag niet worden bebouwd, zie pag. 26. Dat was reden voor een klein feestje, maar we zijn er nog niet. De eigenaar wil ervan af. Er spelen kinderen, er ­wandelen volwassenen met hun hond. En het stormt regelmatig. Er moet een vorm van extensief beheer komen waarbij ­risico’s worden onderkend en aangepakt. Er gaan dingen veranderen maar de vorm waarin is koffiedik kijken. Eén ding is ­zeker: het mag niet ten koste van de rijkdom aan broedvogels gaan. Er is al een mooie reeks aan jaren geteld, en deze gezellige dames zoeken versterking. Loop gewoon eens mee? We garanderen een rijke ervaring! Benieuwd? Informatie: Joke Colijn, j.j.colijn@gmail.com 06 44744408.

Reserve-bezorger 1.100 Waardvogels

Vijf keer per jaar ploft hij op uw mat: de Waardvogel. Een bezorger in uw wijk is hiervoor op pad geweest. Daar gaat heel wat ­georganiseer aan vooraf. Rolf van Beek krijgt een seintje van de drukker als de ­dozen kunnen worden opgehaald. Hij telt ze vervolgens uit voor alle wijken, en bezorgt die aan huis bij de bezorgers. Alles in 2 dagen, zodat u ‘m bij aanvang van het weekend in de bus heeft. Alleen: Rolf wil ook wel eens op vakantie… of kan de griep ­oplopen! Hij zoekt voor zo’n geval een vervanger. Wie lijkt dit een leuke stand-by klus? Bel Rolf en rijd eens met ‘m mee! 06-42184148.