Winterse wespen

De meeste mensen associëren wespen met de zomer. Dan kom je ook de meeste wespen tegen, maar ook in de winter zijn ze nog te vinden. Dat is wel wat moeilijker, omdat ze verstopt zitten. Je vindt sporen dat ze er zijn, maar de wespen zelf vind je niet.

Koninginnen

Regelmatig krijgen we de vraag waar wespen in de winter zijn. Dan moeten we het – voor sommigen – teleurstellende antwoord geven dat de meeste exemplaren al voor de winter doodgaan. Dat geldt ook voor de limonadewespen die rond je terras hangen en voor andere sociale wespen, zoals hoornaars. De werksters hebben de hele zomer hun werk gedaan en de mannetjes hebben in het najaar hun taak vervuld. In de winter zijn de wespennesten van het voorgaande seizoen uitgestorven, en ze worden in het nieuwe jaar niet opnieuw gebruikt.

Een overwinterende koningin van de middelste wesp, een wespensoort die door de roodgekleurde delen wel wat weg heeft van een Europese hoornaar

Een overwinterende koningin van de middelste wesp, een wespensoort die door de roodgekleurde delen wel wat weg heeft van een Europese hoornaar (Bron: Annemiek van Dijk)

De enige sociale wespen die in de winter nog leven, zijn de koninginnen die in de voorafgaande zomer of het voorafgaande najaar geboren zijn. Ondanks dat de koninginnen groot en stevig gebouwd zijn, zie je ze in de winter meestal niet. Ze kruipen weg op veilige donkere plekjes, met de juiste omstandigheden om het einde van de winter te halen. Ze zijn niet actief en zitten verstopt, bijvoorbeeld achter een stuk schors of in dood hout. Aan het einde van de winter of begin van het voorjaar, wanneer de omstandigheden gunstig zijn, komen ze weer tevoorschijn. Ze starten dan een nieuw nest dat later in het jaar weer uitgroeit tot een grote kolonie.

Overwinterende sluipwespen

Wespen die je in de winter nog wel zou kunnen aantreffen, zijn diverse soorten sluipwespen. Een beperkt aantal soorten sluipwespen overwintert namelijk als volwassen dier (imago). Sommigen soorten doen dat achter schors of in vermolmd hout van staande of liggende dode bomen. Andere soorten zoeken een plekje in mos of strooisel. Weer andere sluipwepsen zijn te vinden op donkere en afgesloten plekken, zoals bunkers of grotten. De meeste van de overwinterende soorten parasiteren op nachtvlinders. Tot nu toe zijn meer dan 25 soorten sluipwespen overwinterend gevonden in Nederland en België, maar veel is nog onbekend. Populaire bomen zijn eik, populier, els, wilg en berk, maar ook andere boomsoorten worden gebruikt. Meer informatie is te vinden in een eerder bericht op Nature Today.

Twee soorten overwinterende sluipwespen bij elkaar op een foto, Ichneumon lugens en rechts twee exemplaren van Lymantrichneumon disparis

Twee soorten overwinterende sluipwespen bij elkaar op een foto, Ichneumon lugens en rechts twee exemplaren van Lymantrichneumon disparis (Bron: Annemiek van Dijk)

Gallen en galwespen

Sommige wespensoorten zijn sowieso lastig te vinden, omdat ze heel klein zijn of omdat je vaker de sporen van hun aanwezigheid vindt dan de wespen zelf. Beide gelden voor galwespen. De genoemde sporen van de aanwezigheid van galwespen zijn op heel veel plekken te vinden, vaak ook in de winter. Dan gaat het uiteraard over gallen: vergroeiingen van plantendelen die ontstaan doordat galwespen (of bijvoorbeeld galmuggen of galmijten) hun eitjes samen met een stofje in de plant hebben gelegd. Als reactie daarop vormt de plant een vergroeiing, waarin de larve van de galwesp groeit en waarvan hij eet. Het bekendst zijn de knikkergallen, die groeien op zomereiken. Op zomereiken zijn nog veel meer gallen te vinden, van breed scala aan galwespen. Van egelgalwesp tot aardappelgalwesp en van ramshoorngalwesp tot ananasgalwesp. Gallen die op bladeren van loofbomen groeien, zijn in de winter uiteraard vrijwel niet te vinden. Voor het herkennen van gallen, kun je gebruikmaken van de Veldgids Plantengallen.

Twee voorbeelden van gallen die je in de winter kunt vinden, beide op eiken: links de ramshoorngal en rechts de aardappel gal

Twee voorbeelden van gallen die je in de winter kunt vinden, beide op eiken: links de ramshoorngal en rechts de aardappel gal (Bron: Hans Jonkman)

Jaar van de Wesp

Het jaar 2024 is uitgeroepen tot Jaar van de Wesp, om wespen positieve aandacht te geven en een grote groep mensen in contact te brengen met deze mooie dieren. We willen duidelijk maken dat wespen een interessante groep insecten is, met een grote diversiteit aan soorten, vormen, ecologie en gedrag. Speciaal voor de limonadewespen willen we ook laten zien hoe bijzonder en nuttig ze zijn en dat bestrijding van nesten lang niet altijd nodig is. Ook de soortzoeker knoopwespen is gemaakt in het kader van het Jaar van de Wesp. 

Meer informatie

Bron: https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=33182

Foto header: hoornaars, door Maria Kuijf

Overdenkingen voor onder de kerstboom, door

In de jaren ’60 telde Nederland nog 125.000 broedparen van de grutto, 270.000 van de kievit en 100.000 van de scholekster. Nu is dat beeld dramatisch bijgesteld: sinds de jaren ’70 zijn de populaties met 85% afgenomen. In 2024 werden slechts 4.000 jonge grutto’s vliegvlug – veel te weinig. Ook kieviten, scholeksters en tureluurs gaan hard achteruit.

Nederland als weidevogelwalhalla?

Weidevogels zijn wereldwijd afhankelijk van graslanden en Nederland speelt daarbij een cruciale rol. 90% van de Noordwest-Europese grutto’s broedt hier. Als het hier slecht gaat, is dat wereldwijd voelbaar. De Europese Commissie sprak Nederland al aan op het niet nakomen van internationale afspraken.

De Krimpenerwaard: het stille voorjaar?

Neem de Krimpenerwaard, een van de belangrijkste weidevogelgebieden in Zuid-Holland. Ondanks beschermingsmaatregelen wordt het hier in het voorjaar steeds stiller. De afname verschilt per polder en is in natuurgebieden iets minder dramatisch dan in landbouwgebieden, maar het totaalbeeld blijft schokkend:

o Grutto: nog maar 350 broedparen (-65%).

o Kievit: slechts 650 broedparen (-74%).

o Tureluur: 200 broedparen (-60%).

o Veldleeuwerik: 100 broedparen (-93%).

Deze cijfers (Bron: SOVON Onderzoek) zijn onmiskenbaar: waar ooit weidevogels het voorjaar vulden met hun roep, heerst nu een steeds grotere stilte.

Waarom verdwijnen de weidevogels?

De oorzaken zijn helder: intensieve landbouw, verlies van leefgebied, predatie en slecht waterbeheer. Uitrijden van drijfmest, diepe waterpeilen en het verdwijnen van kruidenrijk grasland ontnemen vogels voedsel en veilige broedplaatsen. Het verlies aan areaal en de verdere versnippering van het weidevogelgebied.

Geld en resultaat

Sinds 2016 is de subsidieregeling Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) ingevoerd. De totale uitgaven over de periode 2016-2024 zijn te schatten op:

o Rijksbijdrage: €70 miljoen per jaar × 9 jaar = €630 miljoen

o Totale bijdrage (inclusief provincies en EU): €150 miljoen per jaar × 9 jaar = €1,35 miljard

Toch blijven resultaten nog steeds uit. €1,35 miljard – laat dat eens op je inwerken.

Dit Kabinet heeft net voor de komende jaren weer € 500 miljoen beschikbaar gesteld. Er is géén resultaatverplichting, alleen een inspanningsverplichting gekoppeld aan deze subsidieregeling. Waarom niet experimenteren met kleinschalige, meetbare doelen, zoals kuikenoverleving? Als we blijven doen wat we gedaan hebben, houden wij dezelfde dramatische resultaten. Boeren kunnen concretere maatregelen nemen, zoals later maaien, hogere waterpeilen en kruidenrijke graslanden, ondersteund door innovatieve monitoring. Het aantal boeren dat aan weidevogelbeheer doet, neemt nog steeds af. Dat is spijtig. Maar er zijn ook boeren die zich de afgelopen jaren met hart en ziel hebben ingezet voor het weidevogelbeheer en die verdienen een groot compliment!!

Hoopvolle stappen?

Gelukkig zijn er lichtpuntjes. In de Krimpenerwaard bewijzen polders als Berkenwoude en De Nesse dat herstel mogelijk is. Gerichte maatregelen door landbouwgrond om te vormen tot natuur leidden tot meer vogels. Ook sterke mozaïeken zijn nodig tussen natuur en landbouw door een betere afstemming en samenwerking krijgen de weidevogels hiermee een krachtig impuls. Dit geldt ook voor een betere samenwerking tussen weidevogelvrijwilligers, agrarische collectief, ZHL en Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard. Dit succes moet breder, grootschaliger en structureel worden uitgerold. Nederland heeft de kennis, het geld en de verantwoordelijkheid. Zonder snelle veranderingen wordt het voorjaar definitief stil. Dus geen drijfmest meer uitrijden, meer vernatting door plas-dras en hogere waterpeilen en meer kruidenrijk grasland, geen verder verlies van areaal – dát is wat nodig is. Dat geeft weidevogels in Zuid-Holland weer een kans. Hoe stil mag het voorjaar nog worden? Laten we kiezen voor meer leven in ons landschap.

Alex Ouwehand is directeur Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland

Foto header; grutto door Peter Stam

Toch verplichte vogelnestjes bij nieuwbouw: een overwinning voor de natuur

De Tweede Kamer heeft onlangs een belangrijke beslissing genomen die íedereen enthousiast maakt: het wordt verplicht om nestvoorzieningen voor vogels te integreren in nieuwbouwprojecten. Een maatregel waar toch niemand tegen kan zijn! Dit besluit volgt op een oproep van verschillende partijen om natuurinclusief bouwen te bevorderen en is een belangrijke stap in de strijd voor het behoud van biodiversiteit in stedelijke gebieden.  

Waarom zijn vogelnestvoorzieningen belangrijk?
Stedelijke gebieden breiden zich in rap tempo uit, waardoor natuurlijke habitats steeds verder onder druk komen te staan. Voor veel vogelsoorten betekent dit dat hun broedplaatsen verdwijnen. Vooral soorten zoals de gierzwaluw en de huismus, die afhankelijk zijn van menselijke bebouwing voor hun nestgelegenheid, hebben te kampen met afnemende populaties. Nestvoorzieningen, zoals speciale neststenen en kasten, bieden een oplossing door vogels een veilige plek te geven om te broeden. Dit draagt niet alleen bij aan het behoud van vogelpopulaties, maar speelt ook een cruciale rol in het in stand houden van het stedelijke ecosysteem.

Het besluit van de Tweede Kamer
Het besluit om vogelnestvoorzieningen verplicht te stellen, kwam niet zonder slag of stoot. Staatssecretaris Mona Keijzer had aanvankelijk aangegeven dat dergelijke verplichtingen te veel bureaucratische lasten met zich mee zouden brengen. Echter, na druk vanuit de Tweede Kamer en sterke pleidooien van natuurorganisaties, werd Keijzer teruggefloten. Het resultaat is dat bij toekomstige nieuwbouwprojecten standaard rekening moet worden gehouden met de integratie van vogelnestplaatsen.

Wat betekent dit in de praktijk?
Vanaf nu moeten architecten en bouwbedrijven in de ontwerpfase van nieuwbouwprojecten rekening houden met de aanwezigheid van vogelnestvoorzieningen. Dit kan variëren van ingebouwde neststenen in gevels tot speciale dakpannen die dienen als schuilplaats voor vogels. Deze maatregelen zijn niet alleen effectief, maar vaak ook nauwelijks zichtbaar, waardoor ze geen afbreuk doen aan het uiterlijk van gebouwen.Daarnaast biedt het besluit kansen voor innovatie. Veel bedrijven ontwikkelen al creatieve oplossingen om gebouwen zowel functioneel als ecologisch verantwoord te maken. Denk hierbij aan groendaken die naast vogels ook insecten en kleine zoogdieren ondersteunen.

Een stap vooruit voor mens en natuur
Met dit besluit laat Nederland zien dat economische ontwikkeling en natuurbehoud hand in hand kunnen gaan. Het verplicht stellen van vogelnestvoorzieningen in nieuwbouw is een voorbeeld van hoe beleid kan bijdragen aan een betere balans tussen mens en natuur.Dit is echter slechts het begin. Er blijft werk aan de winkel om natuurinclusief bouwen verder te verankeren in ons bouwbeleid en om bewustzijn te creëren bij het bredere publiek. Samen kunnen we ervoor zorgen dat onze steden niet alleen voor mensen, maar ook voor vogels en andere diersoorten leefbaar blijven.Met deze maatregel bouwen we niet alleen huizen, maar ook een toekomst waarin mens en natuur samen floreren.

Bron: https://milieufederatie.nl/nieuws/toch-verplichte-vogelnestjes-bij-nieuwbouw-een-overwinning-voor-de-natuur/

Foto header: ringmussen in een nestkastje, foto door Anita Meelenboer

Nieuwe handleiding geeft gemeenten handvatten om burgers te beschermen tegen pesticiden

Gemeenten hebben een plicht om hun burgers te beschermen tegen de gevaren van het gebruik van bestrijdingsmiddelen én hebben daar juridische mogelijkheden toe. Natuur & Milieu en Urgenda bundelden alle juridische handvatten en plichten die gemeenten hierover hebben in een nieuwe gemeentelijke handleiding ‘Regulering Bestrijdingsmiddelen’. Deze werd vanmiddag door bezorgde burgers overhandigd aan wethouder Renate Masselink van de gemeente Westerveld. Hier belandden lelietelers en burgers al meerdere malen tegenover elkaar in de rechtbank vanwege hoog pesticidengebruik in de lelieteelt. ‘Het is tijd dat gemeenten hun burgers beter gaan beschermen tegen gevaarlijke pesticiden. Zo voorkomen ze dat burgers tegenover telers in de rechtbank belanden en kunnen ze mensen en natuur beschermen’, aldus jurist Anne de Vries van Natuur & Milieu.

Burgers maken zich steeds meer zorgen om landbouwgif, vooral de bollenteelt is in opspraak vanwege de grote hoeveelheden pesticiden die hierin worden gebruikt. Deze pesticiden worden tot ver buiten de percelen en in slaapkamers gevonden en de link met ziekten als Parkinson baart grote zorgen. Op veel plekken staan buren en telers tegenover elkaar in de rechtbank, omdat burgers zich niet beschermd voelen door hun overheid. Tevergeefs klopten zij aan bij hun gemeente, maar die wijzen vaak naar de provincie of Den Haag en de overheid komt niet in actie. ‘Dat is onterecht, want gemeenten kunnen heel veel doen om hun burgers te beschermen’, zeggen Natuur & Milieu en Urgenda.

Verantwoordelijkheid gemeenten gezonde leefomgeving

Waar provincies vooral verantwoordelijk zijn voor schoon drinkwater en herstel van natuur, zijn gemeenten verantwoordelijk voor een gezonde leefomgeving voor burgers. Het is tijd dat ze die rol gaan pakken, vinden Natuur & Milieu en Urgenda, en dat kan via de rol als bevoegd gezag en de rol als grondeigenaar. Voorbeelden van ingrijpen zijn bufferzones, middelenverboden of teeltverboden. Zo zou bijvoorbeeld niet-biologische bollenteelt kunnen worden uitgesloten. Of de pesticiden met de hoogste milieubelastingnormen worden verboden. In de rol als verpachter of verkoper van grond kan de gemeente extra eisen stellen aan milieu, gezondheid en waterkwaliteit.

Handleiding geeft handvatten

Met de handleiding geven Urgenda en Natuur & Milieu gemeenten handvatten om te werken aan een schone leefomgeving, om de zorgen van burgers weg te nemen en tegelijkertijd meer duidelijkheid te creëren voor agrariërs: ‘De tijd om naar elkaar te wijzen is klaar, het is tijd om burgers te beschermen’.

Bron nieuwsbericht: https://natuurenmilieu.nl/nieuws-artikel/nieuwe-handleiding-geeft-gemeenten-handvatten-om-burgers-te-beschermen-tegen-pesticiden/

Foto header: Huig Bouter

Veel te weinig jonge grutto’s in 2024

In het broedseizoen van 2024 kwamen heel weinig jonge grutto’s groot: naar schatting slechts vierduizend. Het was waarschijnlijk het slechtste broedseizoen sinds 2012. In de zomer zagen vogeltellers opvallend weinig jonge grutto’s op verzamelplaatsen. Lees hier verder.

Foto: Bernard de Jong

1 februari 2025 – Landelijke Insectendag

Op zaterdag 1 februari 2025 vindt de Landelijke Insectendag plaats in Flora Boskoop. Deze dag staat in het teken van het samenbrengen van enthousiaste vrijwilligers, insectenliefhebbers en professionals die met insecten werken. Het doel is om elkaar te ontmoeten, ervaringen te delen en gezamenlijk kennis op te doen over de nieuwste ontwikkelingen in de insectenwereld. Lees hier verder.

Foto: Sarah van de Graaf

Week van de winterse wespen

De meeste mensen associëren wespen met de zomer. Dan kom je ook de meeste wespen tegen, maar ook in de winter zijn ze nog te vinden. Dat is wel wat moeilijker, omdat ze verstopt zitten. Je vindt sporen dat ze er zijn, maar de wespen zelf vind je niet. Het is de week van de winterse wespen.

Koninginnen

Regelmatig krijgen we de vraag waar wespen in de winter zijn. Dan moeten we het – voor sommigen – teleurstellende antwoord geven dat de meeste exemplaren al voor de winter doodgaan. Dat geldt ook voor de limonadewespen die rond je terras hangen en voor andere sociale wespen, zoals hoornaars. De werksters hebben de hele zomer hun werk gedaan en de mannetjes hebben in het najaar hun taak vervuld. In de winter zijn de wespennesten van het voorgaande seizoen uitgestorven, en ze worden in het nieuwe jaar niet opnieuw gebruikt. De enige sociale wespen die in de winter nog leven, zijn de koninginnen die in de voorafgaande zomer of het voorafgaande najaar geboren zijn. Ondanks dat de koninginnen groot en stevig gebouwd zijn, zie je ze in de winter meestal niet. Ze kruipen weg op veilige donkere plekjes, met de juiste omstandigheden om het einde van de winter te halen. Ze zijn niet actief en zitten verstopt, bijvoorbeeld achter een stuk schors of in dood hout. Aan het einde van de winter of begin van het voorjaar, wanneer de omstandigheden gunstig zijn, komen ze weer tevoorschijn. Ze starten dan een nieuw nest dat later in het jaar weer uitgroeit tot een grote kolonie.

Overwinterende sluipwespen

Wespen die je in de winter nog wel zou kunnen aantreffen, zijn diverse soorten sluipwespen. Een beperkt aantal soorten sluipwespen overwintert namelijk als volwassen dier (imago). Sommigen soorten doen dat achter schors of in vermolmd hout van staande of liggende dode bomen. Andere soorten zoeken een plekje in mos of strooisel. Weer andere sluipwepsen zijn te vinden op donkere en afgesloten plekken, zoals bunkers of grotten. De meeste van de overwinterende soorten parasiteren op nachtvlinders. Tot nu toe zijn meer dan 25 soorten sluipwespen overwinterend gevonden in Nederland en België, maar veel is nog onbekend. Populaire bomen zijn eik, populier, els, wilg en berk, maar ook andere boomsoorten worden gebruikt. Meer informatie is te vinden in een eerder bericht op Nature Today

Gallen en galwespen

Sommige wespensoorten zijn sowieso lastig te vinden, omdat ze heel klein zijn of omdat je vaker de sporen van hun aanwezigheid vindt dan de wespen zelf. Beide gelden voor galwespen. De genoemde sporen van de aanwezigheid van galwespen zijn op heel veel plekken te vinden, vaak ook in de winter. Dan gaat het uiteraard over gallen: vergroeiingen van plantendelen die ontstaan doordat galwespen (of bijvoorbeeld galmuggen of galmijten) hun eitjes samen met een stofje in de plant hebben gelegd. Als reactie daarop vormt de plant een vergroeiing, waarin de larve van de galwesp groeit en waarvan hij eet. Het bekendst zijn de knikkergallen, die groeien op zomereiken. Op zomereiken zijn nog veel meer gallen te vinden, van breed scala aan galwespen. Van egelgalwesp tot aardappelgalwesp en van ramshoorngalwesp tot ananasgalwesp. Gallen die op bladeren van loofbomen groeien, zijn in de winter uiteraard vrijwel niet te vinden. Voor het herkennen van gallen, kun je gebruikmaken van de Veldgids Plantengallen.

Jaar van de Wesp

Het jaar 2024 is uitgeroepen tot Jaar van de Wesp, om wespen positieve aandacht te geven en een grote groep mensen in contact te brengen met deze mooie dieren. We willen duidelijk maken dat wespen een interessante groep insecten is, met een grote diversiteit aan soorten, vormen, ecologie en gedrag. Speciaal voor de limonadewespen willen we ook laten zien hoe bijzonder en nuttig ze zijn en dat bestrijding van nesten lang niet altijd nodig is. Ook de soortzoeker knoopwespen is gemaakt in het kader van het Jaar van de Wesp. 

Bron; https://www.naturetoday.com/nl/nl/nature-reports/message/?msg=33182

Foto header: hoornaars door Maria Kuijf

Goed nieuws: Ooibos Krimpen aan de Lek blijft beschermd!

Rijkswaterstaat schrijft in een brief aan de Stichting Mooi Crempene van 29 oktober 2024 onder verwijzing naar de Beleidslijn grote rivieren in samenhang met de Kamerbrief Water en bodem sturend van 25 november 2022: “Dat betekent dat Rijkswaterstaat geen vergunning kan verlenen voor woningbouw op het voormalig IHC-terrein.” Rijkswaterstaat heeft besloten dat traditionele woningbouw in het rivierbed, zoals op het IHC-terrein bij Krimpen aan de Lek, niet wordt toegestaan. Hoewel drijvende woningen binnen de bestaande havens nog steeds mogelijk zijn (mits vergunningen), betekent dit dat de toekomst van het ooibos een stuk veiliger lijkt.
Van de Ontwikkelcombinatie DBL noch van de gemeente Krimpenerwaard hebben we een reactie op de brief van Rijkswaterstaat vernomen.
In Zuid-Holland zijn ooibossen zeldzaam en vormen ze een essentiële bron van biodiversiteit. Deze unieke natuurgebieden, gelegen op natte plekken langs rivieren, bieden niet alleen onderdak aan talloze zangvogels, maar vervullen ook belangrijke functies zoals CO2-opslag, luchtzuivering en waterberging.
In het rapport “De ongelooflijke rijkdom van het bos aan de rivier“ van de NVWK van april 2023 is de waarde van het ooibos gedocumenteerd, dat heeft ongetwijfeld bijgedragen aan de bescherming ervan.

Zie hier voor het bericht van Mileudefensie.

Het weggeven van boerengeld door BBB is een blamage

Als directeur van de Transitiecoalitie Voedsel moet je over een langetermijnmentaliteit beschikken, zegt Willem Lageweg, die een lans breekt voor de gebiedscollectieven waarin boeren samenwerken. Na zeven jaar neemt hij afscheid. ‘Het is drie stappen vooruit en dan weer twee naar achteren.’ Lees hier verder.

Foto: pixabay