Meer kruidenrijk grasland: kansen voor het veenweidegebied

Meer extensief beheerd kruidenrijk grasland: dat kan een sleutel zijn voor herstel van biodiversiteit in het veenweidegebied. In de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden liggen er kansen om het areaal aan kruidenrijk grasland te vergroten. Dat is een van de conclusies van een meerjarig en veelzijdig onderzoek in dit veenweidegebied door de Wageningen Universiteit.

Extensief beheerd kruidenrijk grasland heeft een grote diversiteit aan inheemse planten, en is een belangrijk leefgebied voor onder andere insecten en vogels. Maar het wordt steeds zeldzamer. In het veenweidegebied zijn veel percelen ingericht op productie van gras met een hoge voedingswaarde, met het oog op een hoge melkproductie. “Het bestaande kruidenrijke grasland valt meestal onder agrarisch natuur- en landschapsbeheer, hoort bij biologische bedrijven of ligt in natuurgebieden,” vertelt Judith Westerink, onderzoeker landscape governance bij Wageningen University & Research.

Op verzoek van de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling onderzochten Wageningse experts in samenwerking met het collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden wat extensief kruidenrijk grasland kan betekenen voor een toekomstbestendige melkveehouderij in het veenweidegebied.

Lees hier het bericht verder.

Hier kunt u het gehele rapport downloaden;

Europa: Nederland moet weidevogels beter beschermen

Nederland is als EU-lidstaat op grond van de Vogelrichtlijn verplicht om weidevogels en hun leefgebieden te beschermen, maar komt zijn internationale verplichtingen niet na. Dat is de conclusie van de Europese Commissie, die op basis hiervan heeft besloten een inbreukprocedure − een juridische procedure vanwege het vermeend niet naleven van Europese wetgeving − te starten tegen de Nederlandse overheid. Een krachtig signaal, aldus Vogelbescherming, dat al jaren roept om actie voor de steeds verder afnemende aantallen weidevogels. “Er moet nu echt wat gebeuren voordat we onze weidevogels voorgoed verliezen”, aldus Karsten Schipperheijn, directeur van Vogelbescherming Nederland.

Hier kunt u het bericht van Vogelbescherming Nederland verder lezen.

Foto header: grutto door Dirk-Jan Saaltink

Hoor je jonge ransuilen? Geef het door aan ons

Ondanks dat het vanwege de langdurige regenval geen top-broedseizoen van de uilen lijkt te worden, hopen we als werkgroep toch op een aantal ransuilmeldingen.

Het eerste broedgeval hebben we al in ons vizier. Daarover meer komend najaar. Dan schrijven we gezamenlijk een artikeltje voor de Waardvogel over dit specifieke broedgeval.

Het geluid van roepende jonge ransuilen is van ver te horen. Hoe ouder ze zijn, hoe harder ze gaan roepen. Het geluid wordt omschreven als een piepende schommel. Hieronder kun je het geluid beluisteren, opgenomen door Miranda van den Dool.

Ook op youTube zijn geluiden te vinden. Kijk voor meer info ook eens op onze uilenpagina: Uilenwerkgroep – NVWK.

Foto header, jonge ransuil door Huig Bouter

Brief van NVWK aan GS over het woningbouwprgramma

Op 6 maart jl. hebben de Provinciale Staten van Zuid-Holland het Ruimtelijk Voorstel in het kader van de Ruimtelijke puzzel vastgesteld. Behoudens twee grote woningbouwlocatie te weten Gnephoek te Alphen aan den Rijn en Sliedrecht-Noord, is woningbouw beperkt tot een straatje erbij (maximaal 50 woningen). Een buurtje erbij bleek onbespreekbaar..

Vervolgens komt er op 12 maart 2024 een brief van Gedeputeerde Staten over een besluit tot vaststelling van het Woningbouwprogramma Midden-Holland. En wat lezen we daar?  De provincie heeft nog geen besluit genomen over de volgende locaties:
– Bergambacht-Oost, 350 woningen;
– Krimpen aan de Lek-West, 120 woningen;
– Schoonhoven-Hofland 270 woningen;
– Haastrecht-Zuid / -Bilwijk,130 woningen.

Toch bijzonder op 6 maart 2024 besluiten maximaal een straatje erbij en dan op 12 maart 2024 de hiervoor genoemde bouwlocaties niet afwijzen, maar in beraad houden. Formeel misschien wel verklaarbaar, maar niet uit te leggen, eerst niet en dan toch misschien maar wel. Reden voor de NVWK om op 7 mei 2024 een brief  aan Gedeputeerde Staten te sturen waarin we onze verbazing hebben geuit.

Opmerkelijk is dat op de bij de brief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat van 9 april 2024 behorende afwegingskaart, de Krimpenerwaard vanwege de bodemdaling is aangeduid als: (bouwen) Nee, tenzij. Ook daar hebben we in de brief van 7 mei jl. aan G.S. op gewezen.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard neemt blijkens de Raadsinformatiebrief van 14 mei 2024 de hiervoor weergegeven afwegingskaart van de minister van I&W voor kennisgeving aan. Het college van b. en w. stelt zich op het standpunt dat vitaliteit (wat dat ook moge zijn) een belangrijke uitzondering is in het kader van: (bouwen) Nee, tenzij. Zo’n brief van de minister is weliswaar (nog) geen wet, maar daar zo makkelijk aan voorbij gaan, daar kunnen wij niet bij.

De NVWK is niet tegen woningbouw. Een straatje erbij snappen we, bouwen voor je eigen starters, bouwen voor je eigen ouderen snappen we ook. Maar dan houdt het ook op. Er wordt niet gebouwd voor bijvoorbeeld inwoners van Rotterdam. Die willen ook wel ergens kunnen recreëren en dat kan dan prima in de Krimpenerwaard. We zijn van mening dat het unieke open veenweide landschap van de Krimpenerwaard bescherming behoeft.


Foto header: Pixabay

Hieronder de brief van de NVWK aan GS

Gaat de gemeenteraad afplaggen afvlaggen?

Dinsdag 4 juni stemt de Gemeenteraad van Krimpenerwaard over een motie van de SGP die ertoe moet leiden dat afplaggen in NNN-gebieden wordt gestopt. Afplaggen blijkt heel effectief om vochtige hooilanden en natte schraallanden te herstellen door veraarde, voedselrijke toplagen te verwijderen.
De motie van de SGP bevat nogal wat onjuistheden en Maarten Breedveld zet de feiten op een rijtje in een bijdrage op LinkedIn. Lezen voor je besluit!

De NVWK heeft maandagochtend meteen een brief gestuurd naar de Raad en dringt erop aan dat de Raad de motie verwerpt. Voor de argumenten klik hier.

Het ZHL heeft een factsheet ontworpen over het nut van afplaggen. Die kunt u hieronder downloaden.

Hoor je jonge ransuilen? Geef dat door!

De ransuil is een stille uil. De roep van de jonge ransuilen daarentegen is van ver hoorbaar. Voor de uilenwerkgroep is het daarom nú de beste tijd om de uilskuikens te inventariseren. Helpt u mee?

Ransuilen zijn lastig te inventariseren. Hun uilskuikens roepen juist heel veel. Dat geluid is op windstille avonden goed te horen. De jonge ransuilen zitten in bomen in de buurt van het nest en roepen om de tien à twintig seconden.

Hun bedelroep is het best te vergelijken met het snerpende geluid van een ongeoliede piepende schommel. Het langgerekte ieeeee – ieeeee gaat maar door. Jonge ransuilen beginnen te roepen als de schemering begint. Zo laten ze hun oudervogels weten waar het eten naartoe moet.

Via het volgende geluidsfragment gemaakt door Miranda van den Dool is het geluid goed te horen.

Meer inzicht krijgen in de aantallen ransuilen in de Krimpenerwaard is belangrijk om de soort te kunnen beschermen. Voor ons als uilenwerkgroep is het nu de beste tijd om de jonge ransuilen te inventariseren. Helpt u ons daarbij? Als u uilskuikens hoort bedelen in uw omgeving, geef dit dan alstublieft door aan de werkgroep. E-mail: uilenwerkgroep@NVWK.nl, of telefoon: 06 115 682 98 (Lilian)

Belangrijk! Het welzijn en de bescherming van de uilen staat bij ons altijd op de eerste plaats. Uw melding wordt daarom nooit openbaar gemaakt.

Foto header; ransuiltakkeling door Huig Bouter

Argusvlindertelweekend 2024

Net als in de afgelopen tien jaren is er ook dit jaar in mei weer een
argusvlinder telweekend. Iedereen kan meedoen door 24, 25 en 26 mei op
zoek te gaan naar de argusvlinder. We horen graag of en hoeveel er
gezien worden, maar willen ook heel graag weten als er wel gezocht is,
maar geen argusvlinders zijn gevonden.

De argusvlinder is een zorgenkindje onder de dagvlinders. De afgelopen
twintig jaar is de soort enorm achteruit gegaan en is er nog geen tien
procent over. Vooral in het oosten van het land is de soort vrijwel
overal verdwenen, in het westen van het land zien we het aantal
vliegplaatsen en de aantallen argusvlinders kelderen. De bedoeling is om
met de telling op plekken te zoeken, waar de argusvlinder al enige tijd niet
meer is gezien, in de hoop dat de soort er wellicht nog wel
aanwezig is.
Ook in de Krimpenerwaard kan je deze soorten treffen, al is het flink
zoeken en geluk hebben. De argusvlinder houdt van warme open graslanden
met veel variatie in vegetatiehoogte. En plekken waar ze zich kunnen
opwarmen, dat kan op de grond zijn, muurtjes, stenen trappen, hekjes. Dit
zijn dus de plekken waar je kan zoeken.
Het melden kan altijd via Waarneming.nl of laat het weten via het
mailadres van de vlinderwerkgroep, dan graag de plaats en locatie er bij
vermelden. Zo helpen we de vlinderstichting en weten we het aantal wat in
de Krimpenerwaard voor komen. Telt u mee?

Tekst: Wil Sluis en Ton Hoefnagel van de Vlinderwerkgroep

Foto: Wil Sluis



Predatie belangrijke factor in de kuikenoverleving grutto’s

Uit het onderzoek ‘Grutto’s in Zuid-Holland in 2023’ van Lowland Ecology Network lijkt predatie een belangrijke factor voor de kuikenoverleving. Het onderzoek richtte zich op de invloed van vegetatie en predatie op kuikenoverleving. Hogere vegetatie werkt positief, maar is volgens de onderzoekers geen garantie voor een hoge kuikenoverleving.

De gruttopopulatie in Zuid-Holland gaat al jaren achteruit, ondanks de maatregelen die boeren, natuurorganisaties en andere terreinbeheerders hebben genomen. Het is een zoektocht naar het antwoord op die ene vraag: waarom worden er te weinig grutto’s groot?

De onderzoekers hebben de aanwezigheid van predatoren gemonitord. Vijanden als buizerds, katten, kiekendieven, maar ook de vos, hermelijn en marterachtigen hebben het op de kuikens voorzien. In meer of mindere mate heeft het bejagen van predatoren, het verwijderen van bosjes of ruigte en soms het plaatsten van elektrische rasters effect.

Sinds 2020 wordt er door Lowland Ecology Network in opdracht van de provincie Zuid-Holland onderzoek gedaan naar het broedsucces van de grutto. Dat gebeurt in meerdere gebieden in de Krimpenerwaard: natuurreservaat Polder De Nesse en de agrarische polder Vlist-Westzijde. En daar zijn inmiddels natuurreservaten De Wilck (2022) en Westeinde (2023) bijgekomen.

Boeren met ANLb scoren soms beter dan natuurreservaten

In de agrarische polder maakt het collectief Weidehof Krimpenerwaard afspraken met boeren over weidevogelbeheer. Het gaat om een gebiedsgerichte aanpak van het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb). Een mix van inrichtingsmaatregelen en beheerpakketten als plas-dras, voorweiden, extensief beweiden, kruidenrijk grasland en uitgestelde maaidatum etcetera. Gerichte maatregelen die inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering en zorgen voor de juiste beheermozaïek voor weidevogels in de polder.

Directeur Marielle Oudenes van Weidehof Krimpenerwaard roemt de gebiedsgerichte aanpak van het ANLb. In de Krimpenerwaard doen 120 boeren mee. Het broedsucces van de grutto ligt soms hoger in gebieden met ANLb dan in de natuurreservaten. Een gevolg van de beheerafspraken en de jaarlijkse evaluatie ervan. Oudenes: ,,We kijken ieder jaar samen met de boer of het mozaïekbeheer nog beter kan worden neergelegd. En dat werkt. Gelukkig blijkt uit vogeltellingen dat de grutto het hier steeds beter naar de zin heeft. Vooral in de Vlist en ook in polder Bergambacht is het broedsucces hoog.’’

Wel blijft het volgens haar zoeken naar een evenwicht tussen ecologie en economie. ,,Als we willen dat nog meer boeren aanhaken dan moet de vergoeding voor het ANLb omhoog. De boeren moeten beter worden beloond voor maatschappelijk diensten, als het beschermen van de weidevogels.’’

Oudenes: ,,Zonder de betrokkenheid van de boer gaat de grutto het niet redden.’’

En zolang dat niet gebeurt, vreest Oudenes voor het voortbestaan van de grutto. Oudenes: ,,We blijven ons samen met de boeren inzetten om het leefgebied van de weidevogels te verbeteren om de vogels weerbaarder te maken. Ook dit onderzoek concludeert dat het een complex verhaal is, waarin veel factoren van invloed zijn. Denk aan voldoende voedsel, schuilmogelijkheden, variatie in vegetatie en vernatting. Maar zonder boeren gaan we de grutto niet redden.’’

En terug naar de bevindingen uit het onderzoek. Het voorkomen van predatie, is één van de speerpunten van het collectief. Met dertig wildcamera’s wil het collectief de predatie beter in beeld brengen. Weidehof Krimpenerwaard krijgt daarbij hulp van vier studenten van Hall Larenstein Leeuwarden. Ze doen dit seizoen tien weken lang uitgebreid veldonderzoek.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Directeur Mariëlle Oudenes van Weidehof Krimpenerwaard Tel: 0182-357400. Marielle@collectiefkrimpenerwaard.nl

Foto: Bernard de Jong