8 tips tegen droogte in je tuin
Het is weer gortdroog in de natuur en in de tuin. De bodem is niet eerder zo droog geweest. Slechts 2 jaar na het vorige droogterecord ziet het er nu alweer somber uit. Terwijl de zomer nog moet beginnen. Hoe loods je je planten door deze droogte? En hoe help je de dieren in je tuin te overleven? Boswachter Mathiska geeft 8 tips om te voorkomen dat je tuin in een woestijn verandert.
Ontvang de gratis actiekrant met de tuintips van Mathiska in je mailbox
1. Vang regenwater op
Het is eigenlijk zonde om drinkwater te gebruiken voor je tuin. Planten doen het prima of zelfs beter op regenwater doordat er minder kalk in zit. En het is nog gratis ook! Als je nu aan de slag gaat, staat alles mooi klaar voor de eerstvolgende stortbui.
Vang het regenwater op in een regenton, wadi of vijvertje. Er zijn zelfs schuttingen waar je water in op kan vangen. In de koelere uurtjes haal je met een gieter het water uit de ton en verdeel je het over je dorstige planten. Een wadi is een lager stukje in je tuin waar het regenwater naartoe kan bij een flinke stortbui. Het water kan hier rustig in de grond wegzakken. Je maakt zelf een wadi door een stukje tuin af te graven. Als je de ruimte hebt kun je het water naar een schaduwrijk plekje leiden. Daar verdampt het water minder snel.
2. Maak een groen dak
Kijk eens goed in je tuin of je ergens een dak kunt vervangen door een groen dak. Bijvoorbeeld het dak van een schuurtje, fietsenhok, houthok of het afdak boven je afvalcontainers. Heel geschikte planten voor een groen dak zijn sedums. Zij slaan regenwater op en kunnen extreem goed tegen de hitte. Zo’n sedumdak ziet er niet alleen mooi uit. Je helpt er ook de vlinders en bijen mee. Je kunt de boel natuurlijk ook laten begroeien met klimop of een ander stel klimmers. Dat levert dan ook weer mooie nestgelegenheid op.
Agnes van Steijn; veilig in de klimop
3. Plant een boom
Een boom geeft schaduw en de grond eronder zal veel minder snel uitdrogen. Dat kan wel 10 graden schelen. Plant het liefst een boom van hier met een goede diepe penwortel. Denk aan een eik of esdoorn. Die halen vocht uit het diepere grondwater en dan blijft er voldoende water over voor het gras dat veel meer aan de oppervlakte wortelt. De mens maakte vroeger zelf zonwering met leilindes. De bomen werden zo gesnoeid dat de zon niet op de boerderij scheen. Overigens zijn ook andere bomen te leiden, zoals een peer of kers. Heb je geen zin in een boom maak dan een pergola, muur of een afdak waar klimmers overheen kunnen groeien.
4. Mag het een steentje minder?
Vervang de stenen van het terras door kiezels of andere halfverharding. Het water kan dan beter wegzakken in de grond. Of maak wat ruimte tussen de stapstenen van je pad. Leg de tegels van je tuinpad zo’n 5 centimeter uit elkaar en zet er plantjes tussen. Kies voor soorten die bijen en vlinders aantrekkelijk vinden: wilde tijm, kruipend zenegroen of sedum. Staat mooi en regenwater kan ook gemakkelijker de grond in. Probeer het oppervlakte stenen in je tuin zo laag mogelijk te houden. Dat scheelt echt een stuk qua warmte.
5. Red je gazon
Gras heeft ondiepe wortels en is dus erg afhankelijk van een regenbui. Met al die warme en droge periodes krijgt het gras het steeds moeilijker. Misschien toch tijd om definitief afscheid te nemen van de uniforme grasmat en er wat meer variatie in aan te brengen. Planten als klaver, tijm, ooievaarsbek of madelief kunnen veel beter tegen de droogte. En ze hebben veel minder water nodig en dat scheelt weer een hoop sproeien. Wat ook helpt om minder water te verbruiken is minder maaien. Als het heel droog is, heeft het gras extra water nodig en dat is er juist niet. Wacht even met een maaibeurt tot je weet dat er een klein buitje valt.
6. Stoere planten redden zich wel
Sommige planten redden het gewoon niet met al die droogte. Zeker niet op plekken waar het heel zonnig is. Kies daarom voor planten die goed tegen de hitte kunnen, zoals duifkruid, rode spoorbloem, klimop en mediterrane tuinkruiden. Dit soort planten hebben een dikke, vettige of viltige huid die hen beschermt tegen warmte en uitdroging. Vlak na de aanplant help je ze op weg door ze regelmatig te besproeien. Als zij met hun penwortel bij de diepere grondwaterlagen zijn, is dat niet meer nodig.
Andries de la Lande Cremer; aardhommel zoekt nectar bij een kogeldistel
7. Bedek de bodem
Zorg dat de bodem niet uitdroogt door een laag compost of maaisel op de kale grond te strooien. Spitten is niet nodig, dat droogt de bodem alleen maar uit. Je kunt er ook een bodembedekker laten groeien. Of laat wat tuinafval tussen je planten laten liggen. Knip takjes en bladeren fijn en de wormen, pissebedden en andere opruimers doen de rest. Onkruid krijgt zo ook minder kans. Voor merels, heggenmus en roodborst is zo’n strooisellaag een gedekte tafel vol lekkere insecten en spinnetjes.
8. Help dorstige dieren
Niet alleen de planten hebben dorst. Ook de dieren in je tuin hebben water nodig om te drinken en af te te koelen. Je kunt op beschutte plekken waterschalen neerzetten. Zet ze niet in de volle zon want dan drogen ze snel weer op. Vogels badderen ook graag en dus is het fijn als er een steen is waar ze veilig op kunnen staan om te badderen. Voor egels en andere zoogdieren is het juist belangrijk dat ze goed bij het water kunnen. Zorg dus voor een lage rand waar ze gemakkelijk overheen klimmen. Als je de ruimte hebt kun je een vijvertje aanleggen.
Trix Lindeman; roodborst neemt een badje
Meer planten en dieren in je tuin?
Wij kunnen niet zonder natuur. En de natuur kan niet zonder ons. Geef dieren en planten meer ruimte. Ga voor groei, begin in je eigen tuin of op je balkon. Zet je tuin in bloei met de tuintips van Mathiska uit de actiekrant.
Bron: https://www.natuurmonumenten.nl/nieuws/8-tips-tegen-droogte-je-tuin