Uit het onderzoek ‘Grutto’s in Zuid-Holland in 2023’ van Lowland Ecology Network lijkt predatie een belangrijke factor voor de kuikenoverleving. Het onderzoek richtte zich op de invloed van vegetatie en predatie op kuikenoverleving. Hogere vegetatie werkt positief, maar is volgens de onderzoekers geen garantie voor een hoge kuikenoverleving.
De gruttopopulatie in Zuid-Holland gaat al jaren achteruit, ondanks de maatregelen die boeren, natuurorganisaties en andere terreinbeheerders hebben genomen. Het is een zoektocht naar het antwoord op die ene vraag: waarom worden er te weinig grutto’s groot?
De onderzoekers hebben de aanwezigheid van predatoren gemonitord. Vijanden als buizerds, katten, kiekendieven, maar ook de vos, hermelijn en marterachtigen hebben het op de kuikens voorzien. In meer of mindere mate heeft het bejagen van predatoren, het verwijderen van bosjes of ruigte en soms het plaatsten van elektrische rasters effect.
Sinds 2020 wordt er door Lowland Ecology Network in opdracht van de provincie Zuid-Holland onderzoek gedaan naar het broedsucces van de grutto. Dat gebeurt in meerdere gebieden in de Krimpenerwaard: natuurreservaat Polder De Nesse en de agrarische polder Vlist-Westzijde. En daar zijn inmiddels natuurreservaten De Wilck (2022) en Westeinde (2023) bijgekomen.
Boeren met ANLb scoren soms beter dan natuurreservaten
In de agrarische polder maakt het collectief Weidehof Krimpenerwaard afspraken met boeren over weidevogelbeheer. Het gaat om een gebiedsgerichte aanpak van het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb). Een mix van inrichtingsmaatregelen en beheerpakketten als plas-dras, voorweiden, extensief beweiden, kruidenrijk grasland en uitgestelde maaidatum etcetera. Gerichte maatregelen die inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering en zorgen voor de juiste beheermozaïek voor weidevogels in de polder.
Directeur Marielle Oudenes van Weidehof Krimpenerwaard roemt de gebiedsgerichte aanpak van het ANLb. In de Krimpenerwaard doen 120 boeren mee. Het broedsucces van de grutto ligt soms hoger in gebieden met ANLb dan in de natuurreservaten. Een gevolg van de beheerafspraken en de jaarlijkse evaluatie ervan. Oudenes: ,,We kijken ieder jaar samen met de boer of het mozaïekbeheer nog beter kan worden neergelegd. En dat werkt. Gelukkig blijkt uit vogeltellingen dat de grutto het hier steeds beter naar de zin heeft. Vooral in de Vlist en ook in polder Bergambacht is het broedsucces hoog.’’
Wel blijft het volgens haar zoeken naar een evenwicht tussen ecologie en economie. ,,Als we willen dat nog meer boeren aanhaken dan moet de vergoeding voor het ANLb omhoog. De boeren moeten beter worden beloond voor maatschappelijk diensten, als het beschermen van de weidevogels.’’
Oudenes: ,,Zonder de betrokkenheid van de boer gaat de grutto het niet redden.’’
En zolang dat niet gebeurt, vreest Oudenes voor het voortbestaan van de grutto. Oudenes: ,,We blijven ons samen met de boeren inzetten om het leefgebied van de weidevogels te verbeteren om de vogels weerbaarder te maken. Ook dit onderzoek concludeert dat het een complex verhaal is, waarin veel factoren van invloed zijn. Denk aan voldoende voedsel, schuilmogelijkheden, variatie in vegetatie en vernatting. Maar zonder boeren gaan we de grutto niet redden.’’
En terug naar de bevindingen uit het onderzoek. Het voorkomen van predatie, is één van de speerpunten van het collectief. Met dertig wildcamera’s wil het collectief de predatie beter in beeld brengen. Weidehof Krimpenerwaard krijgt daarbij hulp van vier studenten van Hall Larenstein Leeuwarden. Ze doen dit seizoen tien weken lang uitgebreid veldonderzoek.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Directeur Mariëlle Oudenes van Weidehof Krimpenerwaard Tel: 0182-357400. Marielle@collectiefkrimpenerwaard.nl
Foto: Bernard de Jong