“Grutto’s kan ik niet eens meer aan mijn kinderen laten zien”

Bernard de Jong is weidewachter bij de NVWK en in het dagelijks leven als beleidsmedewerker werkzaam bij Vogelbescherming Nederland. In die laatste hoedanigheid werd hij geïnterviewd door de Telegraaf op locatie in de Eempolder bij Eemnes. Hieronder de inhoud uit het artikel van Eline Verburg uit de Telegraaf:

“Om de grutto te redden moeten veel meer boeren hun land aantrekkelijker maken voor deze bedreigde weidevogel. Een roep die al jaren klinkt, waarna steevast de teleurstellende conclusie is dat er wéér minder grutto’s over zijn. Onze nationale vogel worstelt, ondanks miljoeneninjecties, met een krimpend leefgebied. „Toch heeft de grutto wel een kans. Maar dan moeten we nu écht aan de slag met beter beheer”, stelt vogelbeschermer Bernard de Jong, beleidsmedewerker bij Vogelbescherming Nederland.

Gewapend met verrekijker en statief neemt Bernard de Jong, ons mee naar de zuidelijke Eempolder. Een stuk ouderwets, nostalgisch Hollands boerenland vlakbij Eemnes, 2000 hectare groot. Zo’n tien procent is eigendom van Natuurmonumenten, dat het beheer volledig richt op een gezonde weidevogelstand.

Grutto’s en andere weidevogels hebben hoger waterpeil nodig

In de voorjaarszon ziet het er paradijselijk uit: broedende zwanen, kwakende kikkers, huppelende hazen. De rust wordt enkel verstoord als er een zwaar Hercules-vliegtuig laag overkomt, die de talrijke brandganzen gakkend doet opvliegen.

„Om te beginnen is hier het waterpeil bewust omhoog gehaald”, wijst De Jong op de sloten en drassige walkanten. „De jonge grutto’s, maar ook andere weidevogels, komen uit het ei en moeten meteen zelfstandig insecten en wormen uit de grond pikken. Dat kan niet als de grond kurkdroog is en keihard.”

Gevarieerde begroeiing voor weidevogels

Een volgende voorwaarde is dat er genoeg gevarieerde begroeiing is. „De gruttokuikens zijn pas na 24 dagen wat we noemen ’vliegvlug’. Niet vaardig, maar ze kunnen vliegen. Tot die tijd moeten ze zich kunnen verschuilen in het gras en de kruiden. Met veldbloemen die weer veel insecten aantrekken.”

Al snel heeft de vogelaar een gruttostelletje in het vizier. En ontstaat er grote opschudding als een ooievaar te dichtbij dreigt te komen. Samen met een kievietenpaar wordt de aanval ingezet, met succes. „Een ooievaar zal niet bewust op zoek gaan naar een grutto- of kievietkuiken, maar áls er toevallig een voor z’n snavel zit dan gaat-ie er wel in”, zegt De Jong.

Waarbij we meteen bij een van de bedreigingen van de grutto zijn: predatoren oftewel roofdieren. „Een grutto legt gemiddeld vier eieren. Maar slechts één of twee kuikens redden het, de rest sneuvelt. Ze zijn nu eenmaal heel kwetsbaar.”

Wezels, steenmarters, vossen, dassen, wilde katten liggen op de loer

In Nederland zijn nog zo’n 25.000 grutto-broedparen actief, dat is een behoorlijk aantal, maar beduidend minder dan de 120.000 die er in 1970 nog waren.

In het open weiland zijn wezels, steenmarters, vossen, dassen, wilde katten, reigers, ooievaars en diverse roofvogels stuk voor stuk een wezenlijk gevaar.

„Dat geeft meteen aan hoe belangrijk het is dat de boerenlandvogels als de grutto zich over een zo groot mogelijk leefgebied kunnen verspreiden. Als ze allemaal bij elkaar op één stukje land zitten, ziet dat er voor de predatoren uit als een goed gevuld buffet.”

Leefgebied voor grutto’s

Méér leefgebied betekent méér grutto’s, wil De Jong maar duidelijk maken. Het is een van de belangrijkste maatregelen die de overheid zou moeten nemen om te voldoen aan de Europese eisen om de weidevogel beter te beschermen.

Vorig jaar dreigde Brussel al om miljoenenboetes op ons land af te vuren, omdat ons land in gebreke blijft. Een pakket met nieuwe voorstellen is retour gestuurd; volgens Bernard de Jong een plan met acht punten. „waarvan een aantal zinnige, maar een paar ook niet.”

Zo noemt hij het voorstel om grutto’s te gaan kweken in een broedmachine en weer uit te zetten echt onzinnig. „Want hoe breng je de in een broedmachine grootgebrachte grutto’s weer terug als er geen gebied voor ze is? Op een plek die ze niet kennen? Als je zorgt dat er genoeg ruimte is, vermeerderen ze zich uit zichzelf wel.”

Grutto in kruidenrijk grasland
Grutto in kruidenrijk grasland, foto: Bernard de Jong

Kunstmatig herintroduceren van diersoorten

Het kunstmatig herintroduceren van diersoorten werkt alleen als de omstandigheden goed zijn, denk aan de ooievaars die in de jaren 70 geheel waren verdwenen.

Maar vaak loopt zoiets uit op een fiasco. Neem het vangen van korhoenders in Zweden, om ze op de Sallandse Heuvelrug los te laten. Dit leidt jaarlijks tot een drama; gedesoriënteerd sneuvelen veel korhoenders in het verkeer en er zijn, na alle inspanningen en tonnen aan investeringen, nog steeds maar enkele tientallen van deze dieren over.

De Jong: „Dat ligt ook wel anders. En er zijn gelukkig nog véél meer grutto’s dan korhoenders. Het grootste verschil is dat de Europese grutto zich voor ruim 80 procent alléén in Nederland voortplant. Dat geeft ons ook de morele verantwoordelijkheid om voor ze te zorgen.”

Het doet de natuurbeheerder pijn dat onder zijn ogen vogelsoorten verdwijnen. „De veldleeuwerik hoor je nog maar zelden, van de kemphaan zit nog maar een handjevol in Friesland, de watersnip is nagenoeg verdwenen. Als kind kwam ik vaak in een poldertje in de Krimpenerwaard, waar toen veel grutto’s waren. Maar ik kan ze nu niet eens meer aan mijn eigen kinderen laten zien. Ze zijn weg.”

Agrarisch natuurbeheer

De Jong hoopt vooral dat er nu werk gemaakt wordt van agrarisch natuurbeheer. „Volgens het Aanvalsplan Grutto, dat samenwerkende organisaties vijf jaar geleden hebben aangeboden aan het ministerie van Landbouw, moeten boeren op basis van vrijwilligheid hun bedrijf en grond kunnen aanpassen. Met minder vee, een hogere waterstand, gevarieerde begroeiing, aangepast maaibeleid en genoeg financiële compensatie.”

Het Aanvalsplan Grutto vormt het vertrekpunt voor herstel van de grutto en andere weidevogels en zou de overheid volgens de initiatiefnemers 35 miljoen per jaar kosten. „Maar alleen als we er nú werk van maken, voorkomen we dat we bij de volgende evaluatie of weidevogeltelling opnieuw teleurgesteld worden.”

Bron: www.telegraaf.nl

Foto header: Bernard de Jong met geringde grutto, door Astrid Kant

Meer kruidenrijk grasland: kansen voor het veenweidegebied

Meer extensief beheerd kruidenrijk grasland: dat kan een sleutel zijn voor herstel van biodiversiteit in het veenweidegebied. In de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden liggen er kansen om het areaal aan kruidenrijk grasland te vergroten. Dat is een van de conclusies van een meerjarig en veelzijdig onderzoek in dit veenweidegebied door de Wageningen Universiteit.

Extensief beheerd kruidenrijk grasland heeft een grote diversiteit aan inheemse planten, en is een belangrijk leefgebied voor onder andere insecten en vogels. Maar het wordt steeds zeldzamer. In het veenweidegebied zijn veel percelen ingericht op productie van gras met een hoge voedingswaarde, met het oog op een hoge melkproductie. “Het bestaande kruidenrijke grasland valt meestal onder agrarisch natuur- en landschapsbeheer, hoort bij biologische bedrijven of ligt in natuurgebieden,” vertelt Judith Westerink, onderzoeker landscape governance bij Wageningen University & Research.

Op verzoek van de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling onderzochten Wageningse experts in samenwerking met het collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden wat extensief kruidenrijk grasland kan betekenen voor een toekomstbestendige melkveehouderij in het veenweidegebied.

Lees hier het bericht verder.

Hier kunt u het gehele rapport downloaden;

Europa: Nederland moet weidevogels beter beschermen

Nederland is als EU-lidstaat op grond van de Vogelrichtlijn verplicht om weidevogels en hun leefgebieden te beschermen, maar komt zijn internationale verplichtingen niet na. Dat is de conclusie van de Europese Commissie, die op basis hiervan heeft besloten een inbreukprocedure − een juridische procedure vanwege het vermeend niet naleven van Europese wetgeving − te starten tegen de Nederlandse overheid. Een krachtig signaal, aldus Vogelbescherming, dat al jaren roept om actie voor de steeds verder afnemende aantallen weidevogels. “Er moet nu echt wat gebeuren voordat we onze weidevogels voorgoed verliezen”, aldus Karsten Schipperheijn, directeur van Vogelbescherming Nederland.

Hier kunt u het bericht van Vogelbescherming Nederland verder lezen.

Foto header: grutto door Dirk-Jan Saaltink

Gaat de gemeenteraad afplaggen afvlaggen?

Dinsdag 4 juni stemt de Gemeenteraad van Krimpenerwaard over een motie van de SGP die ertoe moet leiden dat afplaggen in NNN-gebieden wordt gestopt. Afplaggen blijkt heel effectief om vochtige hooilanden en natte schraallanden te herstellen door veraarde, voedselrijke toplagen te verwijderen.
De motie van de SGP bevat nogal wat onjuistheden en Maarten Breedveld zet de feiten op een rijtje in een bijdrage op LinkedIn. Lezen voor je besluit!

De NVWK heeft maandagochtend meteen een brief gestuurd naar de Raad en dringt erop aan dat de Raad de motie verwerpt. Voor de argumenten klik hier.

Het ZHL heeft een factsheet ontworpen over het nut van afplaggen. Die kunt u hieronder downloaden.

Predatie belangrijke factor in de kuikenoverleving grutto’s

Uit het onderzoek ‘Grutto’s in Zuid-Holland in 2023’ van Lowland Ecology Network lijkt predatie een belangrijke factor voor de kuikenoverleving. Het onderzoek richtte zich op de invloed van vegetatie en predatie op kuikenoverleving. Hogere vegetatie werkt positief, maar is volgens de onderzoekers geen garantie voor een hoge kuikenoverleving.

De gruttopopulatie in Zuid-Holland gaat al jaren achteruit, ondanks de maatregelen die boeren, natuurorganisaties en andere terreinbeheerders hebben genomen. Het is een zoektocht naar het antwoord op die ene vraag: waarom worden er te weinig grutto’s groot?

De onderzoekers hebben de aanwezigheid van predatoren gemonitord. Vijanden als buizerds, katten, kiekendieven, maar ook de vos, hermelijn en marterachtigen hebben het op de kuikens voorzien. In meer of mindere mate heeft het bejagen van predatoren, het verwijderen van bosjes of ruigte en soms het plaatsten van elektrische rasters effect.

Sinds 2020 wordt er door Lowland Ecology Network in opdracht van de provincie Zuid-Holland onderzoek gedaan naar het broedsucces van de grutto. Dat gebeurt in meerdere gebieden in de Krimpenerwaard: natuurreservaat Polder De Nesse en de agrarische polder Vlist-Westzijde. En daar zijn inmiddels natuurreservaten De Wilck (2022) en Westeinde (2023) bijgekomen.

Boeren met ANLb scoren soms beter dan natuurreservaten

In de agrarische polder maakt het collectief Weidehof Krimpenerwaard afspraken met boeren over weidevogelbeheer. Het gaat om een gebiedsgerichte aanpak van het Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb). Een mix van inrichtingsmaatregelen en beheerpakketten als plas-dras, voorweiden, extensief beweiden, kruidenrijk grasland en uitgestelde maaidatum etcetera. Gerichte maatregelen die inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering en zorgen voor de juiste beheermozaïek voor weidevogels in de polder.

Directeur Marielle Oudenes van Weidehof Krimpenerwaard roemt de gebiedsgerichte aanpak van het ANLb. In de Krimpenerwaard doen 120 boeren mee. Het broedsucces van de grutto ligt soms hoger in gebieden met ANLb dan in de natuurreservaten. Een gevolg van de beheerafspraken en de jaarlijkse evaluatie ervan. Oudenes: ,,We kijken ieder jaar samen met de boer of het mozaïekbeheer nog beter kan worden neergelegd. En dat werkt. Gelukkig blijkt uit vogeltellingen dat de grutto het hier steeds beter naar de zin heeft. Vooral in de Vlist en ook in polder Bergambacht is het broedsucces hoog.’’

Wel blijft het volgens haar zoeken naar een evenwicht tussen ecologie en economie. ,,Als we willen dat nog meer boeren aanhaken dan moet de vergoeding voor het ANLb omhoog. De boeren moeten beter worden beloond voor maatschappelijk diensten, als het beschermen van de weidevogels.’’

Oudenes: ,,Zonder de betrokkenheid van de boer gaat de grutto het niet redden.’’

En zolang dat niet gebeurt, vreest Oudenes voor het voortbestaan van de grutto. Oudenes: ,,We blijven ons samen met de boeren inzetten om het leefgebied van de weidevogels te verbeteren om de vogels weerbaarder te maken. Ook dit onderzoek concludeert dat het een complex verhaal is, waarin veel factoren van invloed zijn. Denk aan voldoende voedsel, schuilmogelijkheden, variatie in vegetatie en vernatting. Maar zonder boeren gaan we de grutto niet redden.’’

En terug naar de bevindingen uit het onderzoek. Het voorkomen van predatie, is één van de speerpunten van het collectief. Met dertig wildcamera’s wil het collectief de predatie beter in beeld brengen. Weidehof Krimpenerwaard krijgt daarbij hulp van vier studenten van Hall Larenstein Leeuwarden. Ze doen dit seizoen tien weken lang uitgebreid veldonderzoek.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Directeur Mariëlle Oudenes van Weidehof Krimpenerwaard Tel: 0182-357400. Marielle@collectiefkrimpenerwaard.nl

Foto: Bernard de Jong

Kuikens in het land, poes in de mand

Het is je vast niet ontgaan: weidevogels zijn volop bezig om hun broedseizoen tot een succes te maken. De eerste kievitskuikens zijn her en der al waargenomen! Voor de vogels een periode waarin zij vele gevaren moeten trotseren. Een van die gevaren komt van onze eigen huisdieren, met name de kat. Dus: ‘Kuikens in het land, poes in de mand’!

Weidevogels staan sterk onder druk. Een steeds verder veranderende leefomgeving zorgt ervoor dat er te weinig geschikt leefgebied overblijft. Het ontbreekt aan voldoende vochtige weilanden met voldoende insecten (het voedsel voor de kuikens) en met genoeg plekken om te schuilen voor vijanden zoals bijvoorbeeld de vos en bruine kiekendief.

Rondzwervende huiskatten en wilde katten zorgen ook voor verstoring van (broedende) vogels. De aanwezigheid van een kat kan mogelijk leiden tot toekomstige gedragsveranderingen, zoals het mijden van bepaalde broedgebieden of verminderde broedzorg. Uit onderzoek van onder andere de Rijksuniversiteit Groningen blijkt verder dat poezen ’s nachts hele afstanden afleggen. Ze gaan wel 1,5 tot 3 kilometer van huis.

In het huidige landschap is predatie steeds meer een bedreiging geworden voor grond-broedende vogels, waaronder weidevogels. Om mensen hiervan bewust te maken startte de Bond van Friese Vogelwachten samen met partners waaronder Provinsje Fryslân, Vogelbescherming, Fryske Gea en verschillende agrarische gebiedscoöperaties in 2020 de positieve bewustwordingscampagne ‘Kuikens in het land, poes in de mand’. De campagne roept katteneigenaren, op een vriendelijke en humoristische manier, op om hun huisdier of boerderijkat van half april tot en met juni ’s nachts binnen te houden.

Nieuwe campagne

De campagne ‘Kuikens in het land, poes in de mand’ krijgt in 2023 weer een vervolg! Sinds de start in 2020 kreeg de campagne enorm veel aandacht van zowel de provinciale als landelijke media en werden veel mensen bereikt via social media. De poes binnenhouden vergroot het broedsucces van weidevogels. Een boodschap die niet vaak genoeg voor het voetlicht gebracht kan worden. Bekijk de nieuwe campagne vanaf 26 april op poesindemand.nl.

Wat kun je doen?

Houd tijdens het broedseizoen van half april tot en met juni je kat(ten) binnen! Liefst de hele dag. Sluit schuurdeur of kattenluik, vul de voerbak geregeld aan en laat je kat steriliseren of castreren, zodat er geen nestjes (zwerf)katten geboren worden. Laat je je hond(en) uit in het buitengebied? Houd deze dan in het broedseizoen altijd aangelijnd en vermijd paden dicht langs broedgebieden.

Eigenaren zijn verantwoordelijk voor hun huisdier en voor diens daden. Eigenaren zullen moeten voorkomen dat hun huisdier vogels verstoort of schade toebrengt ongeacht het seizoen of tijdstip van de dag.

Bron: Vogelbescherming Nederland

Patstelling financiering blokkeert uitvoering Aanvalsplan Grutto

Het Aanvalsplan Grutto is klaar om van start te gaan: boeren staan te trappelen om mee te doen, er is tot 2027 bijna 70 miljoen euro beschikbaar en toch is er nog geen vliegende start gemaakt met de uitvoering van het plan. De onduidelijkheid komt doordat het Rijk en de provincies het niet eens worden over wie de kosten voor de langere termijn op zich moet nemen. Initiatiefnemers van het Aanvalsplan Grutto, waaronder Vogelbescherming, pleiten ervoor om het Nationaal Programma Landelijk Gebied en het daarbij behorende Transitiefond in te zetten om langjarige zekerheid te garanderen.

Ondanks dat inmiddels al veel boeren met het Aanvalsplan meedoen is er nog steeds geen duidelijkheid over de langetermijn financiering. Daardoor gaan boeren niet overschakelen naar intensief weidevogelbeheer. Dat is nodig om de grutto te redden. Afgelopen weekend trok ex-minister Pieter Winsemius, een van de initiatiefnemers van het Aanvalsplan Grutto, in Trouw aan de bel. Hij vindt het onbegrijpelijk dat het Rijk en de provincies geen knoop doorhakken. Iedereen weet dat de kans miniem is dat er over zes jaar geen geld meer uit Brussel komt, zegt hij. “Dat risico is vrijwel nul en voor het Rijk makkelijk te dragen.”

Langjarige zekerheid noodzakelijk

Voor boeren die mee willen doen ligt de financiering voor de eerste zes jaar vast in overeenkomsten voor agrarisch natuurbeheer. Dat geld komt uit Europa, uit een pot voor Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Maar voor een boer die zijn bedrijfsvoering voor een succesvol weidevogelbeheer moet aanpassen is zes jaar te kort; het is noodzakelijk contracten van twintig, dertig jaar aan te gaan, om boeren een bepaalde mate van zekerheid te geven. Langjarige zekerheid is een belangrijke voorwaarde wil het Aanvalsplan Grutto slagen, want boeren moeten een fatsoenlijk inkomen kunnen verdienen, ook in de toekomst.

Veel boeren hebben te kennen gegeven dat ze mee willen doen aan het Aanvalsplan Grutto en zich willen inspannen voor de grutto en andere weidevogels. Het Aanvalsplan Grutto ziet er in een notendop zo uit: 35 gebieden van 1000 hectare zijn geselecteerd waar boeren en natuurbeheerders zich maximaal inzetten voor weidevogels. Open graslandgebieden, waar een weidevogelparadijs wordt geschapen door een hoog waterpeil en veel kruiden- en bloemenrijk grasland dat laat gemaaid wordt, zodat de jongen kunnen overleven.

Aanvalsplan Grutto moet worden opgenomen in NPLG

Langdurige overeenkomsten voor agrarisch natuurbeheer en een verhoogde melkprijs bieden boeren zekerheid van een goed inkomen. En daar wringt dus de schoen: er moet dringend een duurzaam verdienmodel komen voor boeren. Vogelbescherming pleit ervoor dat het Aanvalsplan Grutto opgenomen wordt in het Nationaal Programma Landelijk Gebied en het bijbehorende Transitiefonds. Dat kan de nodige zekerheid bieden waar boeren nu naar smachten. Een toezegging van minister Van der Wal vóór 1 juli dit jaar is noodzakelijk: dan moeten de provincies hun gebiedsplannen namelijk hebben ingediend en kunnen de langjarige contracten onderdeel worden van de gebiedsplannen. Provincies en Rijk wijzen al tweeënhalf jaar naar elkaar; het is nu echt tijd voor actie om zekerheid voor boeren te regelen, voor er weer een weidevogeljaar gaat verloren. Alleen dan is er nog kans voor onze nationale vogel de grutto.

Bron: Vogelbescherming

Foto header: Joep Vermaat

Bericht Vogelbescherming over Aanvalsplan Grutto: er moet een tandje bij

De grutto’s zijn terug! In grote groepen zoeken ze nu op natte weilanden voedsel om aan te sterken voor het broedseizoen. Ook de broedplaatsen worden al bezocht: balts- en paarvorming zorgen voor een heerlijk schouwspel in onze weidevogelgebieden. Boeren en natuurbeschermers vinden elkaar weer in hun passie voor onze nationale vogel. Heel weidevogel-minnend Nederland kijkt reikhalzend uit naar het nieuwe broedseizoen. De spanning neemt met de dag toe. Want hoe gaan de grutto’s het dit jaar doen? En: krijgen ze hulp van het Aanvalsplan Grutto?

Lees hier het hele bericht van Vogelbescherming Nederland ; https://www.vogelbescherming.nl/actueel.

Foto header: grutto’s door Bernard de Jong

Nationale Vogel de grutto blijft steeds langer in Nederland

De grutto vertrekt steeds later naar het zuiden en komt vaker eerder terug naar de Nederlandse weilanden, waarmee de vogel steeds langer in Nederland verblijft. “Wellicht kunnen we over niet al te lange tijd het hele jaar door onze Nationale Vogels zien”, aldus weidevogelonderzoeker Jos Hooijmeijer van de Rijksuniversiteit Groningen zondagochtend in het programma Vroege Vogels op NPO Radio 1.

Er worden nu al het hele jaar door grutto’s gezien, maar dat is de variant die op IJsland broedt. De vogel die in onze weilanden broedt, is de Noordwest-Europese variant van de grutto. De eerste ‘Nederlandse’ grutto werd dit jaar op 14 februari gespot in Friesland. Een record voor de provincie, het landelijk record staat nog altijd op 12 februari.

Grutto’s overwinteren vooral in Afrika en komen na een tussenstop in Spanje of Portugal terug naar Nederland. De weidevogels hebben het steeds lastiger tijdens die tussenstop vanwege de droogte, aldus Hooijmeijer. “Bijvoorbeeld in het natuurgebied Doñana in Spanje wordt heel veel grondwater onttrokken door telers van aardbeien en ander fruit.”

“Die voorheen illegale waterputten zijn onlangs door de regering van de regio Andalusië gelegaliseerd. Maar daardoor is er voor de grutto’s en andere vogels in dit natuurgebied steeds minder te eten in de verdrogende bodem.”

Aantal broedparen neemt af

Verder benadrukt Hooijmeijer dat de grootste problemen voor de grutto bij ons liggen. “Ze krijgen gewoon niet voldoende jongen groot om de aantallen op peil te houden. Wij zullen er echt alles aan moeten doen om bijvoorbeeld met natuurinclusieve landbouw ervoor te zorgen dat de vogels voldoende tijd krijgen om eieren uit te broeden en de kuikens voldoende insecten vinden”, aldus Hooijmeijer.

In 2020 werd bekend dat het aantal broedparen van de grutto in twintig jaar gedaald was van 60.000 naar 30.000. Meer dan de helft van alle grutto’s ter wereld broedt in Nederland.

In 2015 koos het publiek de grutto tot Nationale Vogel. De verkiezing was door Vroege Vogels in het leven geroepen.

Bron: Door NU.nl/ANP

Foto header door Peter Stam

Red de vogels, red het veen

Nederland bestond vroeger voor een groot deel uit dikke veenpakketten. Daar is nog maar weinig van over. En wát er over is, ligt vaak droog. Met bodemdaling, droogte en de uitstoot van broeikasgassen tot gevolg. Het roer kan om, vinden 8 natuurorganisaties, waaronder Vogelbescherming Nederland. En dat is ook hard nodig voor bijvoorbeeld de grutto of het porseleinhoen. En natuurlijk voor de mens.

Veen: probleem én oplossing

Veengebieden staan nog steeds zwaar onder druk. De kunstmatig lage grondwaterstanden in de veenpolders zorgen ervoor dat de bodem letterlijk daalt. Nederland zakt dieper en dieper weg. Natuurgebieden op veengrond die wél nat worden gehouden, komen daardoor als een soort hoogwatereilanden in het landschap te liggen. Door dit hoogteverschil lopen de hoogwatereilanden leeg. Ook leidt het tot verzilting en kwetsbaarheid voor overstromingen. Het verdrogen van veengebieden zorgt dus voor veel problemen. Omgekeerd is vernatting de sleutel tot vele oplossingen.

Veen kan bijvoorbeeld een grote bijdrage leveren aan het tegengaan van klimaatverandering, omdat het veel koolstof op kan slaan. Tegelijkertijd is het een natuurlijke spons die ons helpt bij onze waterhuishouding. Dat lukt alleen door vernatting van veengronden en het stimuleren van een meer natuurlijk gebruik.

Klimaatbestendige veengebieden

Om herstel van veengebieden mogelijk te maken, heeft de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers (waar Vogelbescherming onderdeel van is) de visie ‘Klimaatbestendige veengebieden’ opgesteld. Het doel? Een koers naar een duurzame en klimaatbestendige leefomgeving.

Herstel van veengebied is niet alleen van belang voor de mens maar ook voor vogels. Met name een soort als de grutto heeft het zwaar. Onze nationale vogel houdt van vochtige, kruidenrijke graslanden met een goed bodemleven en volop insecten aan de oppervlakte. Die zijn samen met het veengebied verloren gegaan.

Maar door het waterpeil weer te verhogen en het maaibeheer aan te passen, zullen Engels raaigras en ruw beemdgras langzaam weer plaatsmaken voor pinksterbloem, veldzuring en scherpe boterbloem. Meer bloemen betekent meer insecten, en meer insecten betekent meer voedsel voor de gruttokuikens.

Moeras

De Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers heeft in de visie scenario’s uitgewerkt waar we in de veenlandschappen mee aan de slag kunnen. Op sommige plekken kan het veen zelfs verder doorontwikkelen tot moeras. Jonge moerassen met biezen en zeggen zijn bij uitstek geschikt leefgebied voor watersnip porseleinhoen en kleinst waterhoen – soorten die het niet makkelijk hebben in Nederland. In rietmoerassen voelen soorten als roerdompbaardmanwaterralsnor en bruine kiekendief zich thuis.

Stikstofcrisis

Veenvernatting geeft niet alleen lokale natuurwinst. Ook de hoogwatereilanden profiteren ervan. Door de diepe polders natter te maken, lopen de hoogwatereilanden minder snel leeg. Een van die hoogwatereilanden is het Fochteloërveen – een van de best bewaarde hoogvenen van Nederland en een van de zeldzame plaatsen in Nederland waar de kraanvogel broedt.

In het licht van de stikstofcrisis moeten provincies per gebied bekijken hoe zij de lokale natuur kunnen herstellen. Daar zijn zorgvuldige maar ook heldere afwegingen voor nodig. De visie op klimaatbestendige veenlandschappen helpt daarbij. Met deze visie delen de natuurorganisaties kennis en expertise om bij te dragen aan dit zorgvuldige, regionale keuzeproces met oog voor boeren, bewoners én natuur.

Bron; https://www.klimaatbuffers.nl/nieuws/103/red-de-vogels-red-het-veen

Foto header; jonge gruto’s door Adri de Groot, vogeldagboek.nl