Het gaat bergafwaarts met de weidevogel − ondanks de miljoenen die in hun bescherming gepompt zijn

Weidevogelbeheer is een halve eeuw geleden bedacht om iconische weidevogels als de grutto en de kievit van de ondergang te redden. Er zijn miljoenen ingepompt. Maar met de weidevogels ging het in 50 jaar alleen maar verder bergafwaarts.

De laatste weken heb ik meer ellende gezien dan me lief is”, zegt Ton Pieters. Doodgemaaide kuikens in het veld. Het broedseizoen loopt op zijn einde. Het was weer niks. Gruttopaartjes staan volgens hem al op het punt om maar weer naar West-Afrika terug te vliegen. Ze hebben opnieuw vrijwel geen kuiken groot kunnen brengen. Zelfs niet in beschermde natuur, in reservaten in Waterland, een van de meeste unieke veengebieden van Nederland. En dat is al jaren zo.

Weidevogelbescherming in Nederland faalt

Weidevogelbescherming in Nederland werkt niet, zeggen wetenschappers. Decennialang zijn er tientallen miljoenen euro’s aan subsidies gepompt in maatregelen. Maar met de weidevogels is het alleen maar bergafwaarts gegaan. Vooral de grutto en de kievit hebben het moeilijk.

Pieters loopt een halve eeuw mee in de natuurbescherming. Hij begon in 1963 bij Staatsbosbeheer, als aankoper. Overlegde met boeren over de verkoop van stukjes grond in kwetsbare gebieden. Nergens in Nederland leefden er een halve eeuw geleden zo veel weidevogels bij elkaar als in de groene vlakte tussen Purmerend en Amsterdam.

Ooit ritselde het van de weidevogels op de oude hooilanden, de natte stukken grasland, waarvan de boeren pas eind van de zomer het gras oogstten voor de winter. “Mensen denken vaak dat weidevogels thuishoren op de weilanden tussen het vee. Dat is dus een misvatting. Weidevogels zaten van oudsher in de natte, bloemrijke hooilanden. Toen die ook intensiever werden gebruikt voor beweiding kregen de vogels het moeilijker. Begrazing en weidevogels gaan niet goed samen.”

Daarom wilde Staatsbosbeheer in die vroege jaren al die plukjes grond waar boeren alleen in de zomer wat aan hadden, opkopen. Om de natuur veilig te stellen. Dat is niet helemaal gelukt in Waterland. Maar in de jaren zeventig kwam er weidevogelbeheer. Boeren konden subsidie krijgen als ze later gingen maaien, natte zones aanlegden op hun land (‘plas-dras’), nesten beschermden. Dat zou de negatieve spiraal doorbreken.

Het effect is uiteindelijk minimaal geweest, concludeert Pieters. “Er wordt subsidie betaald voor vogeleieren, want als de kuikens er zijn, mag er veelal worden gemaaid en hebben die vogels nauwelijks nog een kans om groot te worden.” Vandaar die eerdere opmerking: de laatste voorjaarsweken zag hij meer ellende dan hem lief is. Pieters komt bijna dagelijks in het veld. Somber: “Het landschap in Waterland is een eenvormige lappendeken geworden, een Ajax-veld, waar meermalen in een seizoen wordt gemaaid om het vee te voeden voor de zuivelexport”.

Hij is 73 inmiddels, maar sleutelt nog altijd aan het landschap, nu voor projecten van twee vermogende particulieren op stukken voormalige landbouwgrond. Hij richt de gebieden volledig voor weidevogels in, maakt natuur in een cultuurlandschap. Pieters ontwikkelt met zijn ervaring in landbeheer in Waterland twee gebieden waar de waterstand kunstmatig hoog wordt gehouden, waar het hele voorjaar niet wordt gemaaid en waar greppels in grasland vol water staan en vogels ongestoord hun kuikens groot kunnen brengen. Het effect is zichtbaar.

In een van de gebieden, de Waterlandse Weide, zijn vorig broedseizoen 260 paar broedvogels geteld, ruim vijf paar per hectare. Resultaten waar beheerders van natuurreservaten van smullen. Daar in die besloten enclaves, waar het waterpeil hoog is en de maaimachine pas ver na het broedseizoen gaat rijden, gedijen de weidevogels.

Pieters neemt het de boeren niet kwalijk dat het zo is gelopen. “Ik vind het moeilijk individuele grondeigenaren hier op aan te spreken. Het is het overheidsbeleid dat dit mogelijk heeft gemaakt. Die boer in Waterland moet maximale melkopbrengst uit zijn land halen, anders kan hij zijn bedrijf financieel niet overeind houden. Die subsidieregelingen voor weidevogelbeheer zijn uiteindelijk zo ver uitonderhandeld dat elke tolerantie er is uitgeknepen als het om de natuurwaarden gaat. We hebben een subsidiesysteem dat niet deugt.

“Eigenlijk is dit een verkapte steun aan boeren en geen regeling om de natuur te verbeteren. Het komt te vaak voor dat ondanks subsidies boeren gaan maaien als nesten net zijn uitgekomen. Er is ook niemand die hen tegenhoudt. De kuikens worden vermalen onder machines van zeven meter breed, die met een vaartje van 25 kilometer over het grasland trekken. En de kadavers zijn snel opgeruimd, hoor; kraaien en meeuwen, hermelijn en vos vreten binnen een uur het land schoon. Er is in al die jaren nog nooit een boer veroordeeld voor het opzettelijk doden van kuikens van beschermde vogels, omdat dit gewoon veel te gevoelig ligt en het bewijs ook moeilijk is te leveren.”

Het beleid is veelal bedacht achter bureaus door ambtenaren die nooit in het veld komen, zegt hij. “In ons land wordt in feite de weidevogelstand lucratief, tegen betaling, opgeruimd. De dieren die overleven zijn vaak kansloos. Want met het maaien en verdrogen van het land verdwijnen alle bloemen en insecten uit het veld. Er is geen eten. Het systeem faalt.”

Beeld Sander Soewargana

Hij rijdt naar Zeevang, een natuurreservaat van 340 hectare net boven Edam, eigendom van zijn vroegere werkgever Staatsbosbeheer. Op de eigen website beschrijft het voormalige staatsbedrijf dit open veenweidegebied als een vogelparadijs. Pieters komt er regelmatig en altijd kijkt hij naar de waterstand in het reservaat, die met kostbare pompen en dammen op vogelvriendelijk niveau kan worden gebracht en gehouden.

‘Als je zo met de natuur omgaat, sla je een boek dicht

“Het peil is in de afgelopen weken weinig of niet veranderd”, zegt hij. “Er is voor kapitalen geïnvesteerd om de waterhuishouding te regelen, maar het gebeurt niet.” Rijdend over de Kiemweg door het gebied wijst hij naar de droge greppels in de weiden. “Daar hoort water in te staan.” En naar het vee in het land. “Als er vee loopt, kunnen weidevogels er niet broeden. Als je zo met de natuur omgaat, dan sla je een boek dicht, dan gaat het niet lukken.” Afgelopen week zag hij hier honderden gruttopaartjes, zonder nest, zonder nakomelingen.

Verderop vliegt een bruine kiekendief laag over het reservaat. Als er broedvogels zouden zitten tussen het hoge gras, zouden die opvliegen om de roofvogel te verjagen. Er gebeurt niets. “En dan zeggen de ambtenaren achter hun bureau: ja, klimaatverandering en droogte, dat is waarom het slecht gaat met die weidevogels. Onzin. Er is onvoldoende gevoel van urgentie om er wat aan te doen. En het hele groene wereldje zit vol met dogma’s, meningen en onwrikbare opvattingen. We ruimen al onze natuur op, we blijven uiteindelijk achter in een groene steppe. Ik sprak ooit een boer over het nut van weidevogelbeheer. Hij zei: ja mooi, maar grutto’s kun je niet melken. Er past geen emmer onder. Zo’n 25 jaar later sprak ik diezelfde boer opnieuw. Hij zei: grutto’s kun je wel melken, als je het maar via een ambtenaar doet.”

Wolf Teunissen was senior onderzoeker bij Sovon Vogelonderzoek Nederland in Nijmegen, een organisatie die de ontwikkeling van Nederlandse vogels bijhoudt. Hij is onlangs met pensioen gegaan. Hij heeft voor Sovon de opkomst van weidevogelbeheer van nabij gevolgd.

Ook Teunissen blikt niet met optimisme terug. “Eind vorig jaar hebben we gekeken naar de effecten van weidevogelbeheer. Dan hebben we het over zwaar beheer, plas-dras, maaien na 15 juni. Slechts ongeveer drie procent van het weidegebied valt onder dat type beheer. Ik ben er zelf van geschrokken, zo weinig. Op die drie procent weiland worden dus maatregelen getroffen die de weidevogels zouden moeten helpen. En die maatregelen zouden de situatie moeten compenseren voor de overige 97 procent waarop het niet goed gaat? Nou, je voelt met je boerenverstand dat dat nooit gaat lukken natuurlijk.

“Mijn idee van agrarisch natuurbeheer was altijd dat er naar werd gestreefd om de achteruitgang te stoppen. Zo is het in het verleden ook verkocht door ministeries en provincies. Nou, als we één ding met zekerheid weten is dat weidevogels nog steeds achteruit gaan. Het beleid werkt dus niet, niet op deze manier. Dat heeft te maken met de omvang van de gebieden en gebrek aan sturing. Het is een vrijwillige regeling, dat heeft voordelen. Maar nadeel is dat er geen groter plan, geen visie achter zit.

“In het verleden hebben we geprobeerd grote kerngebieden te maken. Aaneengesloten gebieden, die bijdragen aan de instandhouding van één soort, de grutto bijvoorbeeld. Dan heb je het over arealen van 1000 hectare, met goed beheer. Dat komt niet van de grond. Je hebt dan soms twintig boeren nodig, die dezelfde kant op moeten willen. Maar boeren kiezen liefst hun eigen weg. Op gebiedsniveau kun je geen effectief beleid maken. Dat is de grote makke. Het is postzegelbeleid. Reservaatjes van tien hectare. Op het totaal van het agrarisch gebied is dat niks.

“We hebben nu voor het derde jaar een moeizaam, droog voorjaar. Dat helpt niet mee. Maar grillen van het weer moet je met beheersmaatregelen kunnen opvangen. Het ontbreekt volledig aan regie, elke provincie heeft zijn eigen beleid. Er gaat heel veel geld in om, dat wel. We weten inmiddels veel over goed weidevogelbeheer. Het is nu vooral een kwestie: wil men er ook naar gaan handelen. Maar je merkt dat de politiek zijn vingers hier niet aan wil branden. Politici hadden best meer kunnen doen. Er spelen zo veel belangen mee.

“Boeren zeggen vaak: wij willen best, maar dan moeten we langjarige zekerheid hebben over een regeling. Dat begrijp ik heel goed. Ze hebben al te vaak gezien dat beloftes door overheden niet werden nagekomen of gaandeweg werden bijgesteld. Boeren kunnen dat bedrijfsrisico niet nemen. Ook in agrarische scholing is nog te weinig aandacht voor natuurontwikkeling binnen het boerenbedrijf, boeren krijgen het ook niet echt mee.”

De provincie: ‘Er zijn ook succesverhalen’

Noord-Holland is ‘blij en tevreden’ met het huidige weidevogelbeheer, reageert Wendy Ates, senior beleidsadviseur van de provincie. “De samenwerking tussen agrarische collectieven, natuurbeheerders en waterschappen neemt toe. De inzet deugt en we doen er nog een schep bovenop, we hebben net een actieplan weidevogels opgesteld.” Noord-Holland steunt agrarische collectieven dit jaar met 8,5 miljoen euro als compensatie voor inkomensderving door verschillende vormen van weidevogelbeheer.

De hoogte van het waterpeil in natuurreservaat Zeevang, dat volgens Ton Pieters veel te laag is, is volgens haar door het waterschap in samenspraak met Staatsbosbeheer bepaald. Staatsbosbeheer laat weten dat dit systeem ‘werkt’. Weidevogeltellingen laten volgens Staatsbosbeheer gunstige aantallen zien, al bevestigt de provincie dat het broedsucces van de grutto in Zeevang ‘inderdaad zorgelijk is’.

Volgens Noord-Holland is de algemene trend rond weidevogels in de provincie gunstiger dan elders, hoewel grutto en kievit ook in deze provincie achteruitgaan. Weidevogelbeheer is ingewikkeld, aldus Ates. Maar: “Er zijn in Noord-Holland nog veel polders en natuurgebieden met perspectief voor weidevogels”. Ze noemt als voorbeeld de Bovenkerkerpolder bij Amstelveen (‘Ronde Hoep’) en het eiland Marken.

Mark Kuiper, die als betaalde kracht voor de boeren het weidevogelbeheer coördineert voor agrarisch collectief Noord-Holland Zuid, stelt in een mail dat hij “bijzonder trots is op de grote successen die we de afgelopen jaren behalen op dit vlak. Zonder het mislukken van veel zaken te ontkennen, mogen de successen ook worden genoemd.”

In een nog niet gepubliceerd verslag over 2019 van de monitoring van weidevogels in Noord-Holland Zuid wordt geconcludeerd dat in het gebied de grutto ‘in de meeste polders redelijk stabiel is, of licht toeneemt’. Voor de kievit en de scholeksters was het aantal broedparen stabiel of licht dalend.

Lees ook: 

De bescherming van de weidevogel faalt

Weidevogelbescherming in Nederland werkt niet, zeggen wetenschappers. 

Nederland verliest in hoog tempo zijn weidevogels 

Dat het mis is met de boerenlandvogels was bekend. Maar dat de situatie zo nijpend is, is nieuw. Volgens Vogelbescherming Nederland dreigen patrijs, zomertortel, watersnip en wulp binnen tien jaar in een aantal provincies uit te sterven, als de trend niet wordt gekeerd.

Aanvalsplan Grutto moet het noodlijdende vogeltje er weer bovenop krijgen

Het gaat nog altijd slecht met de grutto. Initiatieven om de leefomgeving van de Vogel des Vaderlands te verbeteren helpen niet genoeg. Tijd voor serieus ingrijpen, met een ‘Aanvalsplan Grutto’.

De weidevogel verdwijnt uit Nederland

Het woord werd gemunt door een bioloog, en het klinkt als een ziekte: landschapspijn, ofwel de achteruitgang van biodiversiteit op agrarisch land. Als een van de ‘symptomen’ van landschapspijn wordt genoemd: de afwezigheid van weidevogels.

Bron: Trouw, Joop Bouma 22 juni 2020