Zoogdieren in opmars, we willen er meer over weten

Waarnemingen van bevers en boommarters nemen toe, ook een otter deed de Krimpenerwaard aan. Met beschikbaar gekomen techniek zoals wildcamera’s zijn zoogdieren makkelijker waar te nemen dan voorheen. Zoogdieren zijn spannend! Redenen genoeg om te verkennen of we meer over zoogdieren te weten kunnen komen. Een aantal mensen heeft ons al verteld dat ze belangstelling hebben om ‘iets met zoogdieren te doen’. Daarom organiseren we een informatieavond. We hopen dat wat leden aandacht willen gaan geven aan deze interessante groep, waar we nog zo weinig van weten.

Spannende ontwikkelingen bij de zoogdieren

Een paar jaar terug bereikten bevers de Lek en de Hollandse IJssel vanuit plekken waar ze waren uitgezet. De afgelopen twee jaar waren er waarnemingen van bevers in de Krimpenerwaard zelf en nu bevinden zich minstens twee burchten midden in onze waard. Twee jaar geleden zag SBB-beheerder Ivan Broer een boommarter op beelden van wildcamera opgesteld in het Loetbos. Muskusrattenvangers en anderen vertellen dat er nu al op meer plekken boommarters zitten.Drie jaar terug werd een otter in de Hollandse IJssel gezien, vorig jaar was er een betrouwbare waarneming in de Krimpenerwaard zelf, en werden spraints gevonden: uitwerpselen die de otter gebruikt om zijn route of territorium te markeren. Misschien was deze otter alleen een passant en is hij al weer vertrokken. Maar toch, in de Reeuwijkse plassen worden al een paar jaar achtereen jongen geboren en net gebouwde faunapassages in de N228 en de N210 maken verspreiding in de Krimpenerwaard makkelijker.Reeën zijn intussen vaste bewoners in het Loetbos en de Krimpenerhout. En bij een recente inventarisatie van vleermuizen in de Overtuin werden vier soorten aangetroffen, waaronder de tot de verbeelding sprekende grootoorvleermuis.

Nieuwe technieken maken waarnemen van zoogdieren makkelijker

De meeste zoogdiersoorten zijn ’s nachts actief. Maar er komt steeds meer en steeds goedkopere apparatuur beschikbaar om zoogdieren toch waar te nemen. Wildcamera’s met infrarood- of bewegingssensoren maken automatisch foto’s of video’s van zoogdieren die ‘voor de camera’ verschijnen. Batdetectoren zetten de voor mensen niet te horen sonargeluiden van vleermuizen om in wel hoorbaar geluid en omdat vleermuissoorten hun eigen roepritme en toonhoogte hebben, zijn ze daarmee te determineren. Batloggers maken dit nog makkelijker: ze registreren de roep van vleermuizen over een periode van meerdere uren en analyseren met ingebouwde software om welke soorten het gaat. Met de resultaten kun je bijvoorbeeld in een dorp meer gericht onderzoek doen: hoeveel vleermuizen zitten er dan precies en waar ziten de slaapplaatsen of kraamlocaties?

Maar we weten nauwelijks iets overonze zoogdieren

De meeste zoogdierwaarnemingen zijn nu min of meer toevallig. Veel waarnemingen worden niet geregistreerd op waarneming.nl. Eigenlijk weten we nauwelijks iets over onze zoogdieren. Daar willen we verandering in brengen. Je kunt niet zomaar onderzoekjes gaan doen aan alle zoogdieren. De groepen verschillen sterk in hun gedrag en daar moet je bij het waarnemen of tellen rekening mee houden.

Grofweg zijn er vier groepen:

– Muizen. Die zijn het beste te inventariseren met ‘live traps’: inloopvallen die je regelmatig controleert om te zien of er dieren in zitten. Hiervoor worden bijvoorbeeld zogenaamde “muizenkampjes” georganiseerd: in een te onderzoeken gebied zet je een serie vallen neer, die je elke acht uur langsloopt. Door het uitpluizen van braakballen, vooral die van de kerkuil, kom je ook veel te weten over aantallen en verspreiding van muizen. Maar je mist natuurlijk de kick van het zien van de levende dieren en van naar buiten gaan.

– Vleermuizen. Daarvoor hebben we de bat detectors en bat loggers. Op de tegels rond en in vensterbanken van woningen kun je keuteltjes aantreffen van vleermuizen die een verblijf in de spouw, achter de bekisting rond een dakgoot of elders in een woning of bijgebouw hebben gevonden. In de vroege ochtend kan je zoeken naar zwermende dieren, kraamkolonies bestaan vaak uit enkele honderden dieren en zwermen voor het naar binnengaan ca. 15-30 min en zijn zo goed op te sporen. Ook kunnen kerktorens en kerkzolders worden bezocht.

– Ree, haas, bever: tellen langs vaste routes is hier de beste methode

– Otter, boommarter, egel, bunzing, hermelijn en wezel: de methoden daarvoor zijn inzet van wildcamera’s en het zoeken naar uitwerpselen of andere sporen, zoals krassen van boommarternagels onder boomgaten.

Informatieavond

We gaan in maart of april een informatieavond organiseren (fysiek, niet online). De precieze datum publiceren we op de bekende wijze: in een nieuwsbrief, op de site en op facebook. Marco A. Snijder helpt ons mee. Hij is zoogdierspecialist, lid van de Zoogdiervereniging en zoogdierwerkgroepen Zuid-Holland en Utrecht, doet veel inventarisaties van vleermuizen en andere zoogdieren en woont in Haastrecht. We kunnen je dus goed informeren over de zoogdieren in de Krimpenerwaard, over het waarnemen en tellen van zoogdieren, en met jullie bespreken hoe je kennis kunt opdoen. We nodigen jullie daar van harte voor uit en zullen jullie op de avond vragen naar je interesse. Als we daar een beeld van hebben, en bij voldoende belangstelling kunnen we bv. cursusjes en excursies gaan organiseren zodat je meer over de dieren zelf en over het waarnemen ervan leert. Als je nu al vragen hebt, of je belangstelling wilt doorgeven, laat het weten, dan kunnen we dat gebruiken voor de voorbereiding van de avond. Stuur daarvoor een mail naar: jaap.graveland@nvwk.nl.

Foto header: haas door Dinand Meelenboer