Agrifacts verspreidt onjuist beeld met ‘natuurdata niet toegankelijk’

Jaap Graveland telt maandelijks de watervogels. Na afloop worden de gegeven doordoorgegeven aan de Sovon databank. Zo doen circa twintig tellers in de Krimpenerwaard dat. Tesamen tellen ze de hele Krimpenerwaard. En binnen een jaar toont Sovon de resultaten voor groot aantal soorten op zijn site: https://stats.sovon.nl/stats/gebied/3000690. De telreeksen gaan soms terug tot 1980! Gewoon, open natuurdata. Vanaf komend voorjaar gaat Jaap broedvogels tellen in het Loetbos. Ook de gegevens daarvan komen beschikbaar als open natuurdata. Maar nu nog niet en niet allemaal. Daar zijn goede redenen voor. Naar aanleiding hiervan schrijft Jaap schrijft het volgend:

Er wordt vanuit de agrarische hoek regelmatig twijfel gezaaid over de integriteit van de tellers, want dat zijn ‘allemaal natuurbeschermers’. Er wordt twijfel geuit of het écht wel zo slecht gaat met de natuur, want ‘de gegevens zijn niet toegankelijk’. Een voorbeeld van dat laatste is Geesje Rotgers van Agrifacts, die liet zich interviewen op Blckbxtv. Ze plaatste het resultaat een paar dagen terug op Youtube: https://youtu.be/p5Q9ObXrlAc.

De hoofdpunten uit haar verhaal. 1) De natuurdata die worden gebruikt voor beleid, voor het uitkopen van boeren enz. moeten openbaar zijn. 2) Natuurgegevens zitten nu ‘achter slot en grendel’, ‘zijn niet openbaar voor journalisten. Geen onderzoek mogelijk’. Ze noemt dat WOO-verzoeken (Wet Open Overheid, voorheen WOB) om alle natuurgegevens beschikbaar te stellen worden niet ingewilligd want gaat om ‘private gegevens’. 3) Daardoor kunnen journalisten en anderen niet zien of de gegevens kloppen. Dit is geen goeie voorstelling van zaken.

Ik vind ook dat natuurgegevens openbaar moeten zijn. Daar wordt aan gewerkt (ik vind wel dat het sneller moet). Maar die WOO-verzoeken zijn dubieus. De WOO gaat, waar het openbaarheid van gegevens betreft, over gegevens die worden verzameld in opdracht van de overheid. Het grootste deel van de natuurgegevens wordt echter verzameld door vrijwilligers zoals ik, niet in opdracht van de overheid. Gelukkig voor de belastingbetaler en ‘efficiënte  overheid’ gebruikt de overheid ze wel. Het is eenvoudig uit te rekenen dat als je dezelfde hoeveelheid gegevens met betaalde krachten zou moeten verzamelen, dit ca 50 miljoen per jaar kosten. Die betaalde krachten die naast de vrijwilligers natuurdata verzamelen (vrijwilligers kunnen niet alles) werken met dezelfde methoden en kwaliteitsborging. Daar zijn landelijk afspraken over. Standaardisering is immers onmisbaar om trends te berekenen, gebieden te vergelijken, enz.

De indieners van deze WOO-verzoeken (of beter: de advocaten die verzoeken voor hen indienen) weten dit wel, het is een beginsel van de WOO, ze hadden het ook heel eenvoudig kunnen vragen. Maar er is nog iets. De WOO bevat een uitzonderingsclausule voor openbaarmaking van (overheids)gegevens: als openbaarmaking ten koste gaat van milieubescherming, dan kunnen gegevens niet onbeperkt openbaar worden gemaakt. En dat is hier van toepassing. Want een deel van de natuurgegevens betreft gegevens van kwetsbare soorten: de nestlocatie van een oehoe, de groeiplaats van een bokkenorchis, een dassen- of vossenburcht, enz. De ervaring leert elke keer weer dat als dit soort gegevens op straat komen te liggen, de kans op verstoring enorm toeneemt: planten worden uitgegraven, eieren geroofd, dieren gedood waar dat volgens lokale regels niet mag,  sommige opdringerige fotografen en vogelaars komen te dicht bij de nesten, beloeren (zo ervaren de bewoners dat) of betreden zonder toestemming een erf, enz.

In het Loetbos zien we af en toe een kleine bonte specht. Die is heel zeldzaam in de Krimpenerwaard. Als ik die als broedvogel in mijn broedvogelinventarisatie ga aantreffen, dan wil ik niet dat dit voor iedereen zichtbaar wordt. De kans op verstoring is daarvoor simpelweg te groot. Gelukkig zijn niet alle natuurgegevens zomaar voor iedereen toegankelijk. Maar de claim van Geesje Rotgers dat ze ‘niet toegankelijk’ zijn klopt niet. Ze zijn wel degelijk toegankelijk, maar voor een beperkte groep belanghebbenden. Je kunt er alleen bij met een persoonlijke account, en je mag ze niet delen met iemand anders.

Geesje Rotgers afficheert zich als wetenschapsjournaliste, maar laat na wat een wetenschapper het eerste zou doen: vragen waarom het is, zoals het is. En hier duidelijk over zijn. Nu creëert ze me het noemen van die mislukte WOO-verzoeken dat de overheid iets wil verbergen, en dat natuurdata ontoegankelijk zijn. Ik vind dat misleidend.

En nog wat. Het is dus waar dat je nu nog voor gegevens moet betalen. Maar haar claim dat daardoor geen goed onderzoek mogelijk is, is onjuist. Ze wil weten of de gegevens betrouwbaar zijn. Dan hoef je niet alle gegevens te controleren, maar kun je volstaan met een goeie steekproef. De kosten daarvan zijn heus wel betaalbaar voor Agrifacts. Een organisatie die zich zegt te willen beroepen of feiten en wetenschap, mag wel wat zorgvuldiger met de feiten omgaan.

Als teller en als burger vind ik dat de verantwoordelijke óverheden deze uitleg moeten geven (rijk, provincie) en er over moeten communiceren. En niet iemand als ik. Want het maakt je al snel tot een ‘persona non grata’ in deze gepolariseerde tijd in een ingewikkeld dossier. Dus namens deze burger en teller: overheid, maak tempo met open natuurdata, en ga zelf eens in de openbaarheid het gesprek aan met organisaties als Agrifacts.

Tekst: Jaap Graveland, voorzitter NVWK

Foto header: teller bezig met wintervogeltelling door Erik Kleyheeg