Op veldbezoek bij de BovensteBesteBermbeheerder 2020

De gemeenten in de Krimpenerwaard hebben uitgesproken ambities om biodiversiteit te versterken. Een belangrijk onderdeel daarvan is ervoor te zorgen dat er zo’n verscheidenheid is aan planten en bloemen dat insecten, bijen, hommels enz. een goed toeven hebben. Mede daarom heeft de gemeente Krimpenerwaard zich aangesloten bij het project Prachtlint.

Het geluk wil dat we in onze buurgemeente Gouda een prima voorbeeld hebben hoe je goed bermbeheer realiseert.
Op vrijdag 9 oktober gingen we met vijf ambtenaren van de gemeenten Krimpenerwaard en Krimpen aan den IJssel, en met wethouder Jeanette Hofman van de gemeente Krimpenerwaard op veldbezoek in Gouda. Gastheer was André van Kleinwee, de stadsecoloog van Gouda (en Zoetermeer) en om zijn jarenlange inzet voor ecologisch beheer door De Vlinderstichting en Stichting GroenKeur uitgeroepen tot BovensteBesteBermbeheerder 2020. Jarenlange inzet betekent in de situatie van Gouda al meer dan dertig jaar consequent beleid en goed letten op de uitvoering!

Het ecologisch beheer van het openbaar groen – wegbermen, oevers en plantsoenen – stond dus centraal tijdens het bezoek. En wat kun je door het enthousiasme en de tomeloze inzet van mensen veel leren en inspiratie opdoen. Zo kwamen langs: de keuze van zaadmengsels, het gebruik van maaisel van natuurorganisaties, zaaitijd, het beheer na inzaaien, het beheer op langere termijn, communicatie naar en betrekken van bewoners: het zijn allemaal belangrijke onderwerpen waarover wij en de bermbeheerders kunnen leren van anderen, om niet dezelfde fouten te maken als anderen.

De donderdag ervoor en de zaterdag erna waren kletsnat. Maar vrijdagochtend bleef het droog, en scheen zelfs een poos de zon. Kortom, we hadden een mooie ochtend. In het voorjaar maar eens kijken langs het Heempad in Gouda, bijvoorbeeld naar die honderden bloeiende kievitsbloemen, een soort die hoort bij het Groene Hart.

Nieuwsbrief wintervogeltelling

Duizenden vrijwilligers tellen het hele jaar door vogels. Zij dragen zo bij aan het onderzoek naar de vogelstand. De NVWK doet hier aan mee door wintervogeltellingen te organiseren. Van september tot en met april worden eens in de maand de vogels in de Krimpenerwaard geteld. Alle gegevens gaan naar Sovon, die de gegevens beheert en samenwerkt met CBS, ministeries en RWS. Onze tellingen komen uiteindelijk in de vogelbalans van Sovon (https://www.sovon.nl/vogelbalans). Elke maand maakt Hans Kouwenberg een nieuwsbrief van de laatste telling.

De wintervogeltellingen vinden plaats van september tot en met april in het weekeinde (de zaterdag) dat het dichtst bij de 15e ligt. Er zijn nog enkele telgebieden beschikbaar. Lijkt het u leuk om wintervogels te tellen, meld u zich dan aan. Dit kan via de button op de homepage of via de coördinator van de wintervogeltelgroep, Hans Kouwenberg. Het is trouwens altijd mogelijk om met een teller mee te lopen om ervaring op te doen.

Handreiking | Natuur en landschap verdienen volwaardige plek in de regionale energiestrategieën

Nu de 30 concept regionale energiestrategieën zijn opgeleverd, wordt duidelijk dat ecologische en landschappelijke belangen in veel regio’s vooruit worden geschoven of dat een degelijke onderbouwing ontbreekt. Uit een inventarisatie van de Natuur en Milieufederaties blijkt dat er in ruim 20 RES-regio’s nog geen heldere afweging gemaakt is op het gebied van natuur en landschap. In enkele regio’s spelen natuur en landschap überhaupt nog bijna geen rol. Dit vergroot het risico dat de energieplannen onnodig tot schade leiden aan natuur en landschap, terwijl er volop kansen zijn voor wederzijdse winst. Er zijn voldoende mogelijkheden om schone energie op te wekken en tegelijk de natuur en het landschap te ontzien of – liever zelfs – te versterken.

De Natuur en Milieufederaties (onderdeel van de Participatiecoalitie) hebben in samenwerking met Wageningen Universiteit & Research (WUR) de handschoen opgepakt en presenteerden op 9 oktober de publicatie ‘Natuur & landschap in de RES: bouwstenen voor een natuur- en landschapsinclusieve energietransitie’.

Lees hier verder.

Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard opgericht

Op 9 oktober zijn de handtekeningen gezet onder de notariële oprichtingsakte met de statuten van het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard. Daarmee is de oprichting een feit: een unieke organisatie waarin natuur- en landbouworganisaties zijn verenigd, gericht op het beheer van 2250 ha Natuurnetwerk Nederland (NNN). Participanten zijn het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), de Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Weidehof, de agrarische Natuurcoöperatie Krimpenerwaard (NCK) en onze Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK). Het areaal zal bestaan uit natuur en natuur met extensief agrarisch medegebruik.
Namens de NVWK heeft Jaap Graveland getekend.


Ondertekening Beheerconvenant Prachtlint Krimpenerwaard

Op donderdag 24 september organiseerde Prachtlint (www.prachtlint.nl) met De Vlinderstichting een cursus Kleurkeur. Op deze cursus leren de deelnemers de beginselen van het ecologisch beheer van bermen. Ongeveer 50 mensen namen deel: vooral groenbeheerders en beleidsmedewerkers openbare ruimte van de gemeenten uit de Alblasserwaard, en de gemeente Krimpenerwaard.

Een groot aantal partijen in de Alblasserwaard en Vijfherenlanden ondertekenden in de afgelopen jaren een beheerconvenant. Met hun ondertekening markeren ze dat ze zich zullen inspannen om het groen dat ze in eigendom hebben meer ecologisch zullen gaan beheren en daarin ook zullen samenwerken. Deze partijen zullen bijvoorbeeld hun bermen zoveel mogelijk gaan maaien en het maaisel afvoeren. Nu worden de bermen vaak nog geklepeld waarbij het ‘maaisel’ blijft liggen, de bodem vaak wordt beschadigd zodat de bermen verruigen. Maaien en afvoeren leidt tot kruiden- en insectenrijke bermen.

De cursus Kleurkeur die eerder op de dag werd gegeven is een heel mooi voorbeeld van de samenwerking. Na afloop van de cursus sloten vijf nieuwe gemeenten in de Alblasserwaard zich aan bij het convenant, door een handtekening van betrokken wethouders.

De gemeente Krimpenerwaard bood een mooie opening aan de NVWK om Prachtlint in de Krimpenerwaard te introduceren. Ze organiseerde een motiemarkt waarin burgers of organisaties voorstellen konden doen voor een motie. Lang verhaal kort: de NVWK stelde voor om in de raad te stemmen over een motie om als gemeente aan te sluiten bij Prachtlint. Zo geschiedde en de motie werd met bijna unanieme stemmen aangenomen.

Vanuit Prachtlint is een apart beheerconvenant gemaakt voor de Krimpenerwaard. Op 24 september was het zover: wethouder Janette Hofman en Jaap Graveland ondertekenden als eerste partijen in de Krimpenerwaard het beheerconvenant. Tevens spraken ze af om samen met de Prachtlintorganisatie ook andere partijen in de Krimpenerwaard te benaderen om zich aan te sluiten. De gesprekken daarover lopen al, en we verwachten dat de komende maanden meer partijen ondertekenen. Met als motto: samen voor biodiversiteit.

Voor meer informatie, zie het artikel in Het Kontakt: https://www.hetkontakt.nl/regio/alblasserwaard/232182/mooie-impuls-voor-biodiversiteit-in-regio-met-cursus-en-convenant

Eurobirdwatch op De Hoekse Sluis

Op zaterdag 3 oktober 2020 was het weer zover: duizenden vogelaars in heel Europa telden op diezelfde dag de trekvogels die zuidwaarts vlogen. Het gaat daarbij om miljoenen vogels, een spectaculair fenomeen. In Nederland coördineert Vogelbescherming deze Euro Birdwatch voor de 25e keer, samen met de uitstekende website www.trektellen.nl. De Euro Birdwatch is een initiatief van BirdLife International.

Ook onze trektelpost werd bemand. Max had een partytent neergezet, wat geen overbodige luxe was, want de regen was wel een spelbreker. Ondanks de Coronaregels die in acht genomen moesten worden, was het heel gezellig om met elkaar vogels te spotten. Al met al vielen de aantallen helaas tegen. Ook bij Bakkerswaal/Schuwacht werd geteld, daar werd meer waargenomen.

Zie trektellen.nl voor de volledige aantallen. Zie www.vogelbescherming voor het landelijke verslag.

Foto header: Mieke met mondkapje voor, foto door Max Ossevoort

Valuta voor Veen: succesvolle informatiebijeenkomst voor agrariërs

De Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) organiseerde in samenwerking met de NMZH een bijeenkomst voor grondeigenaren en boeren in het Utrechts veenweidengebied, om de kansen voor Valuta voor Veen in de provincie Utrecht te bespreken. Valuta voor Veen is een concept waarbij het waterpeil in agrarische gebieden wordt verhoogd en er minder CO2 vrijkomt. Het verdienmodel: de vermindering van CO2-uitstoot kan worden verkocht in de vorm van gecertificeerde CO2-credits.

De bijeenkomst vond plaats op Kennis Transfer Centrum Zegveld, waar reeds proeven lopen met ‘boeren met hoogwater’. Op sommige locaties in het Groene Hart daalt de bodem als gevolg van veenoxidatie met wel 1 cm per jaar. De uitstoot van CO2 (en andere broeikasgassen) die hierbij vrijkomt, ligt rond de 22 ton/ha/jaar. Alle veenweidegebieden in Nederland bij elkaar zijn verantwoordelijk voor 3% van de uitstoot van broeikasgassen. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat grondeigenaren in veenweidegebieden de CO2-uitstoot in 2030 met 10 Mton hebben verminderd.

Anders boeren
De NMZH verkent – samen met haar collega Milieufederaties uit provincies met veenweidegebieden – of er een regionaal systeem van CO2-compensatie opgezet kan worden om zodoende de uitstoot van klimaatgassen van het veenweidegebied te beperken. Dit creëert een nieuw verdienmodel voor ‘anders boeren’. Het concept Valuta voor Veen dat hieraan ten grondslag ligt, is in de afgelopen jaren door de natuur en milieufederaties ontwikkeld. De Friese milieufederatie heeft recent voor het eerste Valuta voor Veen project van Nederland officiële CO₂-credits kunnen uitgeven.

Het concept Valuta voor Veen
Het oorspronkelijke idee is eenvoudig: het waterpeil in agrarische gebieden verhogen en daarmee bodemdaling en uitstoot van CO2 voorkomen. Deze vermindering van CO2 uitstoot kan dan worden verkocht in de vorm van gecertificeerde CO2-credits. Kopers van deze CO2-credits zijn bedrijven, overheden en burgers die op vrijwillige basis hun CO2 uitstoot willen compenseren. Dit model biedt niet alleen een economische drager voor natter landgebruik, maar heeft ook positieve effecten op de natuur, bijvoorbeeld voor de weidevogels.

In Friesland is de uitgangssituatie echter eenvoudiger dan in de Randstad. De ontwatering is in Friesland veel groter, terwijl in de Randstad ook grote klei-op-veengebieden liggen en slootpeilverhoging niet altijd mogelijk is. De NMZH heeft daarom het initiatief genomen om het Valuta voor Veen concept uit te breiden naar klei-op-veen en drukdrainage. De uitwerking hiervan is nu in volle gang en verwacht wordt dat deze uitbreiding nog dit jaar gereed zal zijn, wat vele mogelijkheden biedt in met name Utrecht en Zuid-Holland. Twee locaties in de Alblasserwaard, die al voorzien zijn met drukdrainagesystemen, kunnen dan direct als Valuta voor Veen proeflocaties worden ingericht. Hopelijk zullen daarna nog vele andere locaties gaan volgen.

Boeren staan open voor nieuwe initiatieven
De bijeenkomst in Zegveld begon met een presentatie door de NMU over het Valuta voor Veen concept. Hierbij werd door de NMZH een toelichting gegeven over de stand van zaken rond de uitbreiding van Valuta voor Veen met drukdrainage en klei-op-veen. Vervolgens kwam een gesprek met de boeren en andere grondeigenaren op gang. Dit leidde tot nuttige discussies, waarbij duidelijk bleek dat boeren rasechte ondernemers zijn die open staan voor nieuwe initiatieven en ideeën.

De NMZH wil bij voldoende interesse voor de Zuid Hollandse boeren en grondeigenaren nog dit jaar vergelijkbare bijeenkomsten gaan organiseren. Zo kan ook in Zuid-Holland een bredere bekendheid gegeven worden aan de toepassing van het Valuta voor Veen concept. Belangstellenden kunnen zich hiervoor nu al aanmelden bij de NMZH via info@milieufederatie.nl.

Bron: https://milieufederatie.nl/nieuws/boeren-met-hoogwater/

Bodemdierendagen 2020: Klein maar groots!

Van 25 september tot en met 7 oktober is het tijd voor een ‘grote’ editie van de landelijke bodemdierendagen. Iedereen kan meehelpen om samen te ontdekken hoe het met dat belangrijke maar onderbelichte bodemleven gaat. Je hoeft niet ver weg: het kan in je eigen tuin, het park om de hoek of op het schoolplein. Dit jaar is er bijzondere aandacht voor de grootse taken van die kleine dieren.

Weliswaar zijn de bodemdierdagen al een eind op dreef, maar meedoen kan nog; zie hier.

En de bodemdierkaart is altijd leuk om in bezit te hebben;

Regionale Energiestrategieën: basis ligt er, nog veel huiswerk

De eerste stappen om tot 30 regionale energiestrategieën (RES) te komen zijn gezet. Het goede nieuws is dat het doel van 35 TWh uit het Klimaatakkoord behaald kan worden. Daar staat tegenover dat er belangrijke verbeterpunten zijn om de energieplannen ook ten goede te laten komen aan bewoners, lokale maatschappelijke initiatieven en aan de natuur en het landschap. De energieplannen – bedoeld om de energietransitie per regio te realiseren – dreigen de aansluiting met de samenleving te missen. Dit blijkt uit de analyse van de Participatiecoalitie (gevormd door Natuur en Milieufederaties, Energie Samen, HIER, Buurkracht, LSA) samen met Jong RES, de Jonge Klimaatbeweging en de Klimaat en Energie Koepel.

In 2030 moet er op land 35 TWh schone energie opgewekt worden, zo is in het Klimaatakkoord bepaald. Het afgelopen anderhalf jaar is in 30 regio’s gestart met de vraag hoe en waar het best duurzame elektriciteit op land (wind en zon) kan worden opgewekt. In de zogeheten regionale energiestrategieën beschrijven de regio’s hun keuzes. Ondanks de coronamaatregelen is er veel werk verzet en liggen er goede aanknopingspunten. Tegelijkertijd laat de analyse nog flinke verbeterpunten zien voor de RES 1.0, die op 1 juli 2021 afgerond moet zijn.

Annie van de Pas (netwerkdirecteur Natuur en Milieufederaties): “De regio’s hebben hard gewerkt en de basis ligt er. Er is de komende maanden wel flink wat huiswerk te doen. De uitvoering van de RES 1.0 moet echt mét de brede samenleving. Dat is belangrijk om de doelen uit het Klimaatakkoord te halen. De Participatiecoalitie, Jong RES, de Jonge Klimaatbeweging en de Klimaat en Energie Koepel blijven hier aandacht voor vragen en met de RES-regio’s samen hard aan werken.”

Belangrijkste adviezen
1. Zet de deuren van de RES veel meer open voor bewoners, jongeren en omgeving, die nu onvoldoende betrokken worden. Dit kan ook digitaal. Zorg ervoor dat gemeenten hier ook de capaciteit en middelen voor hebben.
2. Financiële participatie van omwonenden en het streefpercentage van 50% lokaal eigendom komen voor in bijna alle plannen. Het moet alleen concreter wil het niet bij goede bedoelingen blijven. Het is belangrijk dat gemeenten dit opnemen in hun beleidskaders en door de RES aangemoedigd worden om te kijken hoe het wél kan.
3. Afwegingen hoe ecologische en landschappelijke waarden worden meegenomen, ontbreken of zijn niet transparant. Kom per regio tot een afwegingskader voor natuur en landschap bij de energietransitie, kijk meer integraal naar de kansen tussen energieopwekking en natuur en landschap.
4. Zorg voor meer afstemming tussen de RES-regio’s wanneer er belangrijke potentiële zoeklocaties aan verschillende RES-regio’s grenzen, of als er meer koppelkansen kunnen worden gevonden door samen op te trekken. Anders komen we in de uitvoering in de problemen.

Lees het rapport Analyse en aanbevelingen concept-RES

Bron: nieuwsbrief van september 2020 van de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland

Heempad Journaal nr. 44, 6 sept. 2020

Hans van Dam woont en werkte in Boskoop. Hij is actief voor IVN Boskoop en in de Natuurtuin De Veenmol in Boskoop. Zijn roots liggen in de Krimpenerwaard. In het Heempad Journaal beschrijft Hans zijn waarnemingen in de natuur en weet bijzondere dingen te vinden om over te schrijven. In zijn 44e Journaal gaat Hans uitgebreid in op zaden; welke zaden zijn er, hoe ga je ermee om en nog veel meer wetenswaardigheden.
Verder komt er weer een scala aan onderwerpen aan bod. Veel leesplezier.

Foto header; Canadese guldenroede door Anton van Jaarsveld