Heempad journaal 60

Hans van Dam woont en werkte in Boskoop. Hij is actief voor IVN Boskoop en Natuurtuin De Veenmol. Zijn roots liggen in de Krimpenerwaard. Het HPJ is de onafhankelijke nieuwsbrief van Vrienden van het Heempad (VvhH) Boskoop en vele onderwerpen die Hans aandraagt, raken ook onze harten.

In deze nieuwsbrief o.a over onderden sneeuwklokjes en krokussen, volop merels in het Zwanenwaterpark, Nationale Tuinvogeltelling, de winter wordt samengeperst tussen herfst en lente, struikroven is de nieuwe plantenjacht, in de bres voor Metasequoia glyptostroboïde, Markiezeneik van Amelisweerd is boom van het jaar en WATER en herinneringen aan watersnood 1953.

Tekst: Hans van Dam, foto: Maria Kuijf

Verder lezen

Nieuwsbrief wintervogeltellingen februari 2023

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van februari 2023 en natuurlijk meteen de herinnering om komend weekend van 18 of 19 maart weer te gaan tellen.

Afgelopen tijd hebben we alle soorten weer gehad. De laatste week zon, sneeuw, vorst regen en vandaag ook een stevige wind. Toch komt de lente eraan, Hans Kouwenberg had op 13 maart j.l. zijn eerste twee tureluurs van het seizoen bij ’t Weegje.  

Het weer ziet er de komende dagen er goed uit, veel plezier tijdens de telling.

Verder lezen zie bijgaande nieuwsbrief

Tekst: Hans Kouwenberg, foto: Bernard de Jong

Mooie vogelexcursie in polder De Nesse

Het was zaterdag 11 maart windstil weer en de warmte van de zon was al een beetje te voelen. Een prachtige ochtend voor een vogelexcursie. Twintig deelnemers waren er: NVWK-leden, andere bewoners van de Krimpenerwaard én een paar deelnemers aan de online vogelcursus van Sovon. Zo helpen we elkaar: Sovon het online deel, wij het buitendeel.

We zagen, uiteraard, heel veel smienten. Verder spotten we o.a. wintertalingen, krakeenden, een jagende bruine kiekendief, de eerste roepende grutto’s en kieviten, een eerste lepelaar, staartmezen, enz. We dachten een rode wouw te zien, maar volgens de moderator van krimpen.waarneming.nl, Coen van Nieuwamerongen, was het toch een bruine kiekendief.

Niet vergeten: als je aan de volgende excursies wilt deelnemen, stuur dan een mail naar info@nvwk.nl. Over twee weken is de volgende excursie alweer, in het Loetbos.

Foto header door Jaap Graveland

Film ‘Onder het maaiveld’ bekroond met award

Nederlands Film Festival heeft de natuurdocumentaire Onder het Maaiveld, een spectaculaire verkenning van onze ondergrondse microkosmos, bekroond met een Kristallen Film Award voor 10.000 bezoekers. Onder het Maaiveld neemt de kijker mee op een ondergrondse ontdekkingstocht waarin het soms microscopisch kleine Nederlandse bodemleven de hoofdrol speelt. Nooit eerder kwam de wereld onder onze voeten in zulke fraaie opnames tot leven. De documentaire is op 2 maart jl. in première gegaan in de bioscoop. Verwonder je hier bij de trailer.

Onder het Maaiveld toont de ongeziene en daardoor onbekende ondergrondse wereld in alle glorie. Van de ‘reusachtige’ bewoners als mollen en regenwormen, via larven en schimmels tot organismes die alleen met de sterkste microscopen betrapt kunnen worden, als bacteriën en beerdiertjes. De beelden lijken zo uit een peperdure sciencefiction-productie te komen, maar zijn gewoon gemaakt in de Nederlandse bodem. De documentaire geeft zo een unieke kijk op de aarde en je krijgt daardoor nog meer respect voor de kracht en inventiviteit van moeder natuur. Het succesvolle Onder het Maaiveld is momenteel in heel Nederland te zien in bioscopen en filmtheaters.

Junior-versie Onder het Maaiveld
EMS FILMS (De Nieuwe WildernisDe Wilde Stad) en M&N Media Group werken momenteel aan een speciale junior-versie van het Onder het Maaiveld. Deze is vanaf de meivakantie te zien in de Nederlandse bioscopen en is geschikt voor alle leeftijden.

“Op kindertekeningen is de bodem een streep onder onze voeten, daaronder zie je niks, terwijl in de lucht altijd wel een zonnetje of een ster wordt getekend”, vertelt Jeffrey de Graaff, coproducent van de bioscoopfilm ‘Onder het Maaiveld’. “De bodem is zo dichtbij maar onbekend, we weten meer van het heelal dan de grond onder onze voeten. Met Onder het Maaiveld junior is onze droom dat we in de toekomst meer tekeningen zien waarin de bodem een onderdeel van de belevingswereld van kinderen is geworden. Als het ons lukt het ongeziene zichtbaar te maken en voor kinderen begrijpelijk te maken aan de hand van verwonderende beelden en duiding dan hebben we een mooie stap gemaakt!”

EMS FILMS/M&N Media Group
De makers (Ignas van Schaick en Mark Verkerk) van Onder het Maaiveld willen de Nederlandse bodem – en vooral ook het belang van een gezonde bodem – onder de aandacht brengen. De filmmakers hebben bij Onder het Maaiveld samengewerkt met IUCN NL en wetenschappers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), Naturalis, Wageningen University & Research (WUR), Micropia in ARTIS en tal van andere deskundigen.

De makers zien deze film als een nieuw verhaal over rewilding, maar dan op microniveau. In De Nieuwe Wildernis werden de grote grazers ingezet voor rewilding van een natuurgebied. Bij Onder het Maaiveld laten ze de ondergrondse natuur het werk doen en wordt duidelijk hoe deze in verbinding staat met ons leven bovengronds.

LiveAtlas challenge van de Vlinderstichting

Vlinderstichting bestaat dit jaar 40 jaar. In samenwerking met SOVON, zij vieren dit jaar hun 50-jarig jubileum met een speciale lustrumchallenge voor vogels, heeft De Vlinderstichiting een 40 weken challenge opgezet voor het tellen van vlinders en libellen in Nederland. Op de kaart zijn verschillende vlinder- en libellenvormen getekend die bestaan uit vakken van 1 vierkante kilometer: de zogenaamde kilometerhokken. Door via LiveAtlas complete vlinder- en libellenlijsten in deze hokken bij te houden, help je om de figuren op de kaart te zetten en doe je waardevolle tellingen. De ‘challenge’ is gestart op de Landelijke Dag van de Vlinderstichting, 4 maart 2023 en loopt 40 weken lang.


Het verzamelen van data is ontzettend belangrijk om te achterhalen hoe het met soorten in Nederland gesteld is. Bij De Vlinderstichting tellen jaarlijks duizenden vrijwilligers vaste routes (meetnetten) en losse waarnemingen. De meetnetten blijven onze eerste prioriteit maar voor iedereen die een keer op pad gaat en losse waarnemingen wil doorgeven vragen we gebruik te maken van de kwartiertelling óf LiveAtlas. Want hierin worden gegevens gebundeld waardoor we er meer informatie kunnen uithalen dan bijvoorbeeld via Waarneming.nl.

Waarom deze challenge?
Door een complete telling te doen en deze als geheel op te slaan, verzamel je onbewust veel meer informatie dan wanneer je dezelfde wandeling maakt en dezelfde waarnemingen elk apart als een losse waarneming opslaat. We weten dan bijvoorbeeld waar je wel hebt gelopen maar niks hebt gezien, en ook dat alle soorten die niet in de telling zitten ook daadwerkelijk niet door jou gezien zijn.

Vlindervormen
Door minstens een halfuur en maximaal anderhalf uur lang in één van de kilometerhokken van de vlinder-, libel-, of rupsfiguur te tellen, kleur je dat hok van de vorm in. De mooiste vorm is om 1 uur lang in een kilometerhok te tellen, maar in sommige zeer open gebieden is dat erg lang, vandaar de wat ruimere tijdsmarge. Hoe meer hokken er zijn geteld, hoe verder de vorm gevuld raakt. Je kunt een kilometerhok in je eentje tellen, maar ook met meerdere tellers op pad gaan. Zo zetten we de vlinders en libellen -letterlijk!- op de kaart. 

Zo doe je mee!

  • Bekijk de methode van tellingen voor LiveAtlas.
  • Kijk op de website van LiveAtlas welke kilometerhokken van de vorm nog niet geteld zijn. Deze hokken kun je in het veld ook in de invoer van de app Avimap zien.
  • Voer een telling van minimaal een halfuur uit in een of meerdere van deze niet-getelde kilometerhokken. Deze worden gevuld op de kaart.
  • Heb je medetellers, voer die dan ook in bij je telling

Waarnemingen doorgeven via de app
In de laatste versie van de apps Avimap en iAvimap kun je de hokken die bij de challenge horen herkennen aan de witte rand. Selecteer die hokken om mee te doen en tel er minstens een half uur.

Heb je de app Avimap nog niet? Download deze dan om mee te doen. Achteraf de telling invoeren op ons invoerportaal kan ook.

Wat kun je winnen?

De veertig mensen die de meeste unieke kilometerhokken hebben geteld ontvangen het nieuwe wandelboek ‘Op zoek naar vlinders en libellen’. Heb je minimaal 15 herhaaltellingen gedaan in hetzelfde kilometerhok, dan ontvang je vier vrolijke vlinderstickers (13×13 cm).
Wie de allermeeste hokken heeft geteld, wint een bootexcursie naar de Weerribben in de vliegtijd van de sierlijke witsnuitlibel in 2024 Ga voor meer informatie over de challenge naar: liveatlas.sovon.nl/liveatlas/result/vlinders40jaar.

Foto header: vrouw bloedrode heidelibel door Harry Verkerk

Minder maaien: méér vogels

Maai uw gras minder vaak. Dat bespaart tijd én u maakt een groot verschil voor de natuur in uw tuin. Een klassiek gazon heeft nauwelijks natuurwaarde. Meestal wordt het ingezaaid met een paar grassoorten die goed tegen het vele maaien en platlopen kunnen. Steekt een bloem zijn kop op, dan wordt die er vaak zo snel als kan uitgestoken. Geen nectar dus, geen insecten, nauwelijks bodemleven, kortom: een soort groene woestijn.

Weersta het maaien

Maai minder en maak een mini-jungle waar kevers en sprinkhanen ronddwalen. Waar mussen en putters zich laven aan graszaad. Waar de merel dikke pieren uit de grond sleurt. Waar wilde bloemen uit zichzelf opkomen, na verloop van tijd. Die leveren nectar voor vlinders en andere insecten en in de uitgebloeide bloemstengels overwinteren wilde bijen. Op hun beurt weer voedsel voor vogels die insecten eten, zoals roodborstjes. Het is moeilijk, zeker in het begin, maar probeer het grasmaaien tot de late zomer te weerstaan. Is dat te gortig, dan zijn er ook minder rigoureuze mogelijkheden.

Nog een voordeel van niet of minder maaien: u bespaart uzelf veel werk. Daarbij droogt het gras minder snel uit in de zomer en u hoeft dus ook minder vaak te sproeien. Dat bespaart nog meer werk én water.

Welke weide en waar?

Bepaal om te beginnen welke delen van het grasveld u op natuurlijke wijze wilt of kunt laten groeien. Ook een gedeelte is winst, al is het maar een strook van een meter. Zelfs minder vaak maaien helpt, of het instellen van uw maaier op een hogere maaistand. Er zijn vervolgens drie verschillende opties als u de overstap wilt maken naar een natuurlijk grasveld. Wat u ook kiest, probeer een aantal jaren bij dezelfde keuze te blijven, zodat de planten zich kunnen uitzaaien en zich een klein ecosysteempje kan vormen.

1. De tijdelijke weide

Op beginnersniveau laat u (een deel van) het gazon in mei en/of juni een maand lang met rust. U doet niets in die periode en laat op natuurlijke wijze groeien wat groeien wil. De andere maanden maait u zoals gebruikelijk. Hierdoor kunnen paardenbloem, madelief en klaver bloeien.

2. De lenteweide

Als u een grotere impact wilt hebben op de natuur, maai uw gazon dan helemaal niet tot begin juli. Maai vervolgens zoals gewoonlijk totdat het gras in de late herfst stopt met groeien. Dit is het soort ‘weiland’ met een gele deken van paardenbloemen, waar u voorjaarsbloeiende bollen zoals sneeuwklokjes, krokussen en vroege narcissen kunt planten.

3. De zomerweide

Maai uw gazon een keer eind maart of begin april en laat het dan tot augustus of september met rust. Dan maait u een of twee keer tot het einde van het herfstgroeiseizoen. Dit past bij bloemen zoals margriet, duizendblad en rolklaver.

Wild, maar verzorgd

Vindt u het er wat onverzorgd uitzien, zo’n wild, natuurlijk grasveld in wording? Dan kunt u bijvoorbeeld een rand maaien rond blokken langer gras, of paden door het midden. Dat oogt mooi. Dit kunnen rechte paden zijn, gebogen paden of zelfs een mini-doolhof als u een grote tuin heeft.

Bron: https://www.vogelbescherming.nl

Foto header door Maria Kuijf

Wie wil met Ravon zegenvissen en slootjesvissen organiseren?

Ravon is de landelijke organisatie die met betaalde krachten en veel vrijwilliger reptielen, amfibieën en vissen inventariseert en beschermt (www.ravon.nl). De afgelopen jaren heeft Ravon met de NVWK een paar keer ‘slootjesvissen’ en zegenvissen georganiseerd. Het slootjesvissen gebeurt met grote schepnetten in, je raadt het al, sloten in de Krimpenerwaard. Het zegenvissen vindt plaats in de nevengeul in De Zaag. Een zegen is een groot net dat over een breedte van ca 20 m door een geul wordt getrokken, waarbij de meeste aanwezige vissen worden gevangen.

De vissen en andere gevangen dieren worden na de vangst in glazen cuvetten gestopt, waarin we ze goed kunnen bekijken en op naam kunnen brengen. Bij beide activiteiten gaat er letterlijk een wereld voor je open, de onderwaterwereld. De activiteiten zijn ook heel erg leuk voor kinderen.

Ravon heeft aangeboden dit jaar opnieuw deze twee activiteiten te organiseren voor de NVWK. We  hebben iemand nodig die een paar dingen aan de kant van de NVWK organiseert: 1) Je bent contactpersoon naar Ravon, 2) Je maakt een oproep voor deelname, die we dan in de Waardvogel, de Nieuwsbrief opnemen en op de site zetten. 3) Je informeert de deelnemers over de locatie, datum en tijd. Meer is eigenlijk niet nodig. Behalve meedoen natuurlijk! Het kost je een uur paar uur voorbereiding, verdeeld over een aantal dagen.

Heb je vragen, of wil je dit organiseren, neem dan even contact met me op. Jaap Graveland: jaap.graveland@nvwk.nl.

Foto header: archief NVWK

Agrifacts verspreidt onjuist beeld met ‘natuurdata niet toegankelijk’

Jaap Graveland telt maandelijks de watervogels. Na afloop worden de gegeven doordoorgegeven aan de Sovon databank. Zo doen circa twintig tellers in de Krimpenerwaard dat. Tesamen tellen ze de hele Krimpenerwaard. En binnen een jaar toont Sovon de resultaten voor groot aantal soorten op zijn site: https://stats.sovon.nl/stats/gebied/3000690. De telreeksen gaan soms terug tot 1980! Gewoon, open natuurdata. Vanaf komend voorjaar gaat Jaap broedvogels tellen in het Loetbos. Ook de gegevens daarvan komen beschikbaar als open natuurdata. Maar nu nog niet en niet allemaal. Daar zijn goede redenen voor. Naar aanleiding hiervan schrijft Jaap schrijft het volgend:

Er wordt vanuit de agrarische hoek regelmatig twijfel gezaaid over de integriteit van de tellers, want dat zijn ‘allemaal natuurbeschermers’. Er wordt twijfel geuit of het écht wel zo slecht gaat met de natuur, want ‘de gegevens zijn niet toegankelijk’. Een voorbeeld van dat laatste is Geesje Rotgers van Agrifacts, die liet zich interviewen op Blckbxtv. Ze plaatste het resultaat een paar dagen terug op Youtube: https://youtu.be/p5Q9ObXrlAc.

De hoofdpunten uit haar verhaal. 1) De natuurdata die worden gebruikt voor beleid, voor het uitkopen van boeren enz. moeten openbaar zijn. 2) Natuurgegevens zitten nu ‘achter slot en grendel’, ‘zijn niet openbaar voor journalisten. Geen onderzoek mogelijk’. Ze noemt dat WOO-verzoeken (Wet Open Overheid, voorheen WOB) om alle natuurgegevens beschikbaar te stellen worden niet ingewilligd want gaat om ‘private gegevens’. 3) Daardoor kunnen journalisten en anderen niet zien of de gegevens kloppen. Dit is geen goeie voorstelling van zaken.

Ik vind ook dat natuurgegevens openbaar moeten zijn. Daar wordt aan gewerkt (ik vind wel dat het sneller moet). Maar die WOO-verzoeken zijn dubieus. De WOO gaat, waar het openbaarheid van gegevens betreft, over gegevens die worden verzameld in opdracht van de overheid. Het grootste deel van de natuurgegevens wordt echter verzameld door vrijwilligers zoals ik, niet in opdracht van de overheid. Gelukkig voor de belastingbetaler en ‘efficiënte  overheid’ gebruikt de overheid ze wel. Het is eenvoudig uit te rekenen dat als je dezelfde hoeveelheid gegevens met betaalde krachten zou moeten verzamelen, dit ca 50 miljoen per jaar kosten. Die betaalde krachten die naast de vrijwilligers natuurdata verzamelen (vrijwilligers kunnen niet alles) werken met dezelfde methoden en kwaliteitsborging. Daar zijn landelijk afspraken over. Standaardisering is immers onmisbaar om trends te berekenen, gebieden te vergelijken, enz.

De indieners van deze WOO-verzoeken (of beter: de advocaten die verzoeken voor hen indienen) weten dit wel, het is een beginsel van de WOO, ze hadden het ook heel eenvoudig kunnen vragen. Maar er is nog iets. De WOO bevat een uitzonderingsclausule voor openbaarmaking van (overheids)gegevens: als openbaarmaking ten koste gaat van milieubescherming, dan kunnen gegevens niet onbeperkt openbaar worden gemaakt. En dat is hier van toepassing. Want een deel van de natuurgegevens betreft gegevens van kwetsbare soorten: de nestlocatie van een oehoe, de groeiplaats van een bokkenorchis, een dassen- of vossenburcht, enz. De ervaring leert elke keer weer dat als dit soort gegevens op straat komen te liggen, de kans op verstoring enorm toeneemt: planten worden uitgegraven, eieren geroofd, dieren gedood waar dat volgens lokale regels niet mag,  sommige opdringerige fotografen en vogelaars komen te dicht bij de nesten, beloeren (zo ervaren de bewoners dat) of betreden zonder toestemming een erf, enz.

In het Loetbos zien we af en toe een kleine bonte specht. Die is heel zeldzaam in de Krimpenerwaard. Als ik die als broedvogel in mijn broedvogelinventarisatie ga aantreffen, dan wil ik niet dat dit voor iedereen zichtbaar wordt. De kans op verstoring is daarvoor simpelweg te groot. Gelukkig zijn niet alle natuurgegevens zomaar voor iedereen toegankelijk. Maar de claim van Geesje Rotgers dat ze ‘niet toegankelijk’ zijn klopt niet. Ze zijn wel degelijk toegankelijk, maar voor een beperkte groep belanghebbenden. Je kunt er alleen bij met een persoonlijke account, en je mag ze niet delen met iemand anders.

Geesje Rotgers afficheert zich als wetenschapsjournaliste, maar laat na wat een wetenschapper het eerste zou doen: vragen waarom het is, zoals het is. En hier duidelijk over zijn. Nu creëert ze me het noemen van die mislukte WOO-verzoeken dat de overheid iets wil verbergen, en dat natuurdata ontoegankelijk zijn. Ik vind dat misleidend.

En nog wat. Het is dus waar dat je nu nog voor gegevens moet betalen. Maar haar claim dat daardoor geen goed onderzoek mogelijk is, is onjuist. Ze wil weten of de gegevens betrouwbaar zijn. Dan hoef je niet alle gegevens te controleren, maar kun je volstaan met een goeie steekproef. De kosten daarvan zijn heus wel betaalbaar voor Agrifacts. Een organisatie die zich zegt te willen beroepen of feiten en wetenschap, mag wel wat zorgvuldiger met de feiten omgaan.

Als teller en als burger vind ik dat de verantwoordelijke óverheden deze uitleg moeten geven (rijk, provincie) en er over moeten communiceren. En niet iemand als ik. Want het maakt je al snel tot een ‘persona non grata’ in deze gepolariseerde tijd in een ingewikkeld dossier. Dus namens deze burger en teller: overheid, maak tempo met open natuurdata, en ga zelf eens in de openbaarheid het gesprek aan met organisaties als Agrifacts.

Tekst: Jaap Graveland, voorzitter NVWK

Foto header: teller bezig met wintervogeltelling door Erik Kleyheeg

Ontbrekende pagina’s Waardvogel

Na distributie van de Waardvogel is gebleken dat in een aantal exemplaren diverse pagina’s bij het drukproces niet zijn meegenomen. De pagina’s 3 en 4 en 41 en 42 ontbreken. Onze excuses hiervoor.

Hieronder kunt u de volledige pdf downloaden. Hecht u waarde aan een complete Waardvogel te ontvangen, stuur dan een mailtje met uw adres naar nvwkredactie@gmail.com.

U kunt de Waardvogel via de volgende link bekijken:

Hier kunt u de complete Waardvogel downloaden in pdf